Antwoordapparaat: Een antwoordapparaat dat gespreksoproepen beantwoordt op hetzelfde
●
telefoonnummer dat u ook gebruikt voor het ontvangen van faxoproepen op de printer.
Voicemail-service: Een voice-mailservice bij uw telefoonmaatschappij op hetzelfde nummer dat u
●
gebruikt voor faxoproepen op de printer.
3.
Selecteer in de volgende tabel de combinatie van apparaten en services die bij u thuis of in uw kantoor
worden gebruikt. Zoek vervolgens de aanbevolen faxinstelling op. Voor iedere situatie in de volgende
gedeelten zijn stapsgewijze instructies opgenomen.
OPMERKING:
een gewone analoge telefoon. Zorg ervoor dat u het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is meegeleverd
in de doos aansluit op de telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de poort met het label 1-LINE achter
op de printer. Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, zult u mogelijk problemen ondervinden met het
verzenden en ontvangen van faxen.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen
DSL
PBX
146 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie
Als uw thuis- of kantoorinstallatie in dit gedeelte niet wordt genoemd, stelt u de printer in als
Abonnemen
Gespreks
t op
oproepen
specifieke
belsignalen
Computermode
Antwoordappar
m voor inbellen
aat
Aanbevolen
installatiemethode fax
Voicemails
ervice
Situatie A: Aparte faxlijn (geen
gespreksoproepen
ontvangen) op pagina 147
Situatie B: De printer
installeren met DSL
op pagina 148
Situatie C: De printer
installeren met een PBX-
telefoonsysteem of een ISDN-
lijn op pagina 149
Situatie D: Fax met een
specifieke belsignaalservice
op dezelfde lijn
op pagina 150
Situatie E: Gedeelde
telefoon-/faxlijn
op pagina 151
Situatie F: Gedeelde
gespreks-/faxlijn
op pagina 152
Situatie G: Gedeelde faxlijn
met computermodem (geen
gespreksoproepen
ontvangen) op pagina 153
Situatie H: Gedeelde lijn voor
gespreks- en faxoproepen
met computermodem
op pagina 156
NLWW