Bediening van de machine
Vereiste gereedschappen
● Inbussleutel, WAF 5
● Gekalibreerde momentsleutel (aanhaalfactor ≤ 2,5)
Procedure
1. Draai de vulschroef los.
2. Opnieuw vullen met bedrijfsvloeistof tot de bovenste markering, voordat het maximum vulniveau
3. Draai de vulschroef opnieuw erin.
6.5 De vacuümpomp uitschakelen
Vervuiling door terugstroom bedrijfsvloeistof
Nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld bestaat er een gevaar dat het verbonden vacuümsysteem
door de terugstroom vervuild raakt. De veiligheidsklep op de vacuümpomp is niet geschikt voor lang-
durige afdichting.
► Installeer een afsluitklep in de toevoerleiding.
► Sluit de toevoerleiding onmiddellijk af na het uitschakelen van de vacuümpomp.
Vervuiling door terugstroom bedrijfsvloeistof
Nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld bestaat er een gevaar dat het verbonden vacuümsysteem
door de terugstroom vervuild raakt.
► Ontlucht binnen 30 seconden de vacuümkamer, ongeacht de grootte.
► Sluit de toevoerleiding af met een extra afsluitklep nadat de vacuümpomp wordt uitgeschakeld
Schottenpompen van Pfeiffer Vacuum hebben een integrale vacuümveiligheidsklep aan de inlaatzijde.
De vacuümveiligheidsklep sluit automatisch bij een drukverschil van ≥250 hPa tussen de uitlaat- en in-
laatzijden, wanneer de vacuümpomp wordt uitgeschakeld en ontlucht de vacuümpomp.
Procedure
1. Schakel, indien nodig, de vacuümpomp in iedere drukbereik uit.
2. Schakel de hoofdschakelaar uit of koppel op een veilige manier de aandrijfmotor van de netvoe-
3. Installeer een extra afsluitklep in de toevoerleiding om ervoor te zorgen dat het vacuüm wordt ge-
32/64
Vullen tijdens bedrijf
De bedrijfsvloeistof kan tijdens het bedrijf in het eindvacuüm worden gevuld.
wordt bereikt.
– Wees voorzichtig met de O-ring.
– Aanhaalmoment: 0,3 Nm
tijdens langere ontluchtingsprocessen.
ding los.
handhaafd in de vacuümkamer.
OPMERKING
OPMERKING