Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nordson Versa-Spray II IPS Handleiding pagina 42

Verberg thumbnails Zie ook voor Versa-Spray II IPS:
Inhoudsopgave

Advertenties

5‐2
Problemen en oplossingen
2. Foutopsporingstabel
Probleem
Verstopping in het pistool, de
1. Ongelijk
voedingsslang of de pomp
patroon, niet
gelijkmatige of
onvoldoende
Deflector of spuitmond gesleten of
poederstroom
versmolten onder inslag waardoor
het patroon wordt beïnvloed.
Vochtig poeder
Lage druk van de atomisatie‐ of
transportlucht
Geen goede fluïdisatie van de
poeder in de hopper
2. Lege plekken in
Versleten spuitmond of deflector
het
poederpatroon
Verstopte poederkanaal
3. Geen goede
Elektrostatische spanning
dekking,
onvoldoende
slechte en
Vuile of gebroken elektrode
inefficiënte
overdracht
Defecte weerstand, versterker of
IPS‐besturingsunit
Slecht geaarde onderdelen,
ophanghaken of transportkettingen
Defecte weerstand in de
spuitmondextensie
Handleiding 31‐26
Mogelijke oorzaak
412 820E
Uitgave 06/98
Oplossing
Haal de voedingsslang van de pomp. Blaas de slang
schoon met perslucht. Haal, indien nodig, het pistool
en de pomp uit elkaar en maak ze schoon.
Verwijder de deflector en de spuitmond. Maak ze
schoon en controleer ze. Vervang versleten
onderdelen. Als overmatige slijtage of
inslagversmelting het probleem is, verminder dan de
drukken van de perslucht.
Controleer de poedervoorraad, de luchtfilters en
drogers. Vervang de poedervoorraad als hij is
verontreinigd.
Verhoog de drukken van de atomisatie‐ en/of
transportlucht.
Verhoog de druk van de fluïdisatielucht. Verwijder het
poeder uit de hopper en maak, als hij vervuild is, de
fluïdisatieplaat schoon of vervang hem.
Verwijder de deflector en de spuitmond. Inspecteer
ze en vervang ze als ze zijn versleten.
Haal het de spuitmondonderdelen die in aanraking
met de poeder komen uit elkaar en maak ze schoon.
Verhoog de elektrostatische spanning.
Maak de elektrode schoon of vervang hem
(contactpunt).
Controleer de versterker/weerstandssonde met een
ohmmeter. De weerstandswaarde moet
208‐312 mega‐ohm zijn bij 500 Volt. Als de
weerstandswaarde buiten dit gebied ligt, controleer
de weerstandssonde afzonderlijk.
Controleer de transportketting, rollen en
werkstukophanghaken op afgezet poeder. De
weerstand tussen het werkstuk en aarde moet 1
mega‐ohm of minder zijn. 500 Ohm of minder wordt
aanbevolen voor het verkrijgen van de beste
resultaten.
Controleer de weerstand met een ohmmeter. De
weerstandswaarde moet 18‐22 mega‐ohm zijn bij
500 Volt.
E 1998 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave