4‐4
Gebruik
Dagelijks
(vervolg)
Afb. 4‐2
Het voor het schoonmaken verwijderen van de slangnippel uit de diffusor.
1. Slangnippel
Wekelijks
Handleiding 31‐26
5. Zie afbeelding 4‐2 Als het spuitpistool is voorzien van een diffusor,
haal dan de slangnippel (1) uit de beugel (2). Haal de luchtslangen van
de slangkoppelingen (3). Maak de beugel en de slangnippel schoon
met lage druk perslucht en een zachte doek.
OPMERKING: Gebruik, indien nodig, een doek gedrenkt in isopropyl‐ of
ethylalcohol voor het schoonmaken van de onderdelen die in aanraking
komen met de poeder. Verwijder eerst de o‐ringen. Dompel het pistool
niet onder in alcohol. Gebruik geen ander soort oplosmiddel.
2. Diffusorbeugel
6. Controleer de onderdelen die in aanraking komen met het poeder op
slijtage. Vervang versleten onderdelen.
7. Zet het pistool weer in elkaar. Zie afbeelding 4‐1. Draai de items 4, 7
en 9 minstens 30_ t.o.v. van hun vorige positie om ongelijkmatige
slijtage en onevenwichtige patronen te voorkomen.
Controleer de weerstandswaarde van de versterkerweerstanden en de
weerstandssonde met een mega‐ohmmeter, als wordt beschreven in het
hoofdstuk Problemen en oplossingen. Vervang de versterker, de
weerstand of beide als de weerstandswaarden niet binnen de
specificaties liggen.
412 820E
Uitgave 06/98
3
2
1
3. Slangkoppelingen
E 1998 Nordson Corporation
3126010A
Alle rechten voorbehouden