Hoofdstuk 4
Gebruik
1. Opstarten
E 1998 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende
taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze
handleiding en uit alle andere relevante documentatie in acht
nemen.
PAS OP: Gebruik het spuitpistool niet als de weerstands‐
waarden van de weerstand en de versterkersweerstanden niet in
het gebied liggen dat in deze handleiding wordt aangegeven.
Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan persoonlijk
letsel, brand en beschadiging van de apparatuur tot gevolg
hebben.
PAS OP: Deze apparatuur kan gevaarlijk zijn als ze wordt
gebruikt op een manier die niet in overeenstemming is met de in
deze handleiding gegeven voorschriften.
Voordat de IPS‐besturingsunit wordt ingeschakeld er voor zorgen dat
S
De afzuigventilator van de spuitcabine is ingeschakeld,
S
het poederterugwinsysteem in werking is,
S
en de poedervoorraad in de voedingshopper voldoende is
gefluïdiseerd.
Zie de handleidingen van gebruikte apparatuur voor opstartprocedures.
1. Controleer dat de kabels, voedingsslang en luchtslangen goed zijn
aangesloten op het pistool, de poederpomp en de IPS‐besturingsunit.
2. Als de IPS‐besturingsunit wordt bestuurd door een andere besturing,
schakel dan de hoofdschakelaar van de hoofdbesturing in. Schakel de
hoofdschakelaar van de IPS‐besturingsunit in.
3. Stel de drukregelaars op de besturingsunit in:
Transportdruk 1,4 bar (20 psi)
Atomisatiedruk 2,1 bar (30 psi)
Transportdruk bepaalt de hoeveelheid poeder die aan het pistool wordt
geleverd. De atomisatiedruk bepaalt de snelheid en de dichtheid
(poeder/lucht verhouding) van het poeder. De druk van de pistoollucht
(indien in gebruik) wordt geregeld door een niet in te stellen luchtrestrictie
in de GUN‐poort op de achterwand van de besturingsunit.
412 820E
Uitgave 06/98
4‐1
Gebruik
Handleiding 31‐26