Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 5.3.12 - Afvoer-/Aanvoerluchtmodule - Nibe F1155PC Handleiding Voor Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor F1155PC:
Inhoudsopgave

Advertenties

Vanaf Modbus 40 versie 10 kan het adres worden inge-
steld tussen 1 - 247. Eerdere versies hebben een statisch
adres.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.

Menu 5.3.12 - afvoer-/aanvoerluchtmodule

laagste temp. afvoerlucht
Instelbereik: 0 – 10 °C
Standaardwaarde: 5 °C
bypass bij temperatuur
Instelbereik: 2 – 10 °C
Standaardwaarde: 4 °C
maanden t. filteralarms
Instelbereik: 1 – 24
Standaardwaarde: 3
laagste temp. afvoerlucht: De minimumtemperatuur
van de afvoerlucht instellen om te voorkomen dat de
warmtewisselaar bevriest.
bypass bij temperatuur: Indien er een ruimtesensor is
geïnstalleerd de overtemperatuur instellen waarbij de
bypassklep hier moet openen.
maanden t. filteralarms: Instellen hoe vaak het filter-
alarm moet worden weergegeven.
Raadpleeg de installatie-instructies voor ERS een beschrij-
ving van de werking.
Menu 5.3.15 - GBM-communicatiemodule
start diff. bijverwarming
Instelbereik: 10 – 2 000 GM
Fabrieksinstelling: 400 GM
hysteresis
Instelbereik: 10 – 2 000 GM
Fabrieksinstelling: 100 GM
Stel hier de gasketel GBM 10-15 in. Selecteer bijvoor-
beeld wanneer de gasketel moet starten. Raadpleeg de
installatie-instructies voor het accessoire voor een be-
schrijving van de werking.
Menu 5.3.16 - vochtigheidssensor
voork. condensatie, syst.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
RH beperk. in ruimte, syst.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Hier selecteert u of uw system(en) het niveau van de re-
latieve vochtigheid (RV) tijdens verwarmen of koelen
moet(en) beperken.
NIBE F1155PC
U kunt ook de min. aanvoer van koeling beperken om
condensatie op leidingen en onderdelen in het koelsys-
teem te voorkomen.
Raadpleeg de installatie-instructies voor HTS 40 een be-
schrijving van de werking.
Menu 5.3.22 - fotovolt. regeling
beïnvloedt kamertemp.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
beïnvloedt warm water
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Hier stelt u in of u wilt dat EME 10 invloed op de kamer-
temperatuur en / of het warmtapwater heeft.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Menu 5.4 - in-/uitgangen software
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de
klemmenstrook (X6) de externe contactfunctie (zie instal-
latiehandleiding) moet worden aangesloten.
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de in-
gangskaart (AA3) de externe contactfunctie (pagina 24)
moet worden aangesloten.
Te selecteren ingangen op klemmenstrook AUX1-5 (AA3-
X6:9-18) en uitgang AA3-X7 (op de ingangsprintplaat).
Menu 5.5 - service fabriekinstelling
Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief
instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar
standaardwaarden.
Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van
de warmtepomp de startgids weergegeven.
Menu 5.6 - geforceerde regeling
U kunt hier de verschillende componenten in de warm-
tepomp en eventueel aangesloten accessoires regelen.
Voorzichtig!
Geforceerde besturing is alleen bedoeld voor
het oplossen van problemen. Elk ander gebruik
van de functie kan schade veroorzaken aan de
onderdelen van uw klimaatsysteem.
Menu 5.7 - startgids
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Zie pagina 31 voor meer informatie over de startgids.
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave