Menu 5.1.4 - alarmhandelingen
Selecteer hier hoe u wilt dat de warmtepomp u waar-
schuwt dat er een alarm in het display wordt weergege-
ven.
De verschillende alternatieven zijn dat de warmtepomp
stopt met het produceren van warmtapwater (standaard-
instelling) en/of de kamertemperatuur verlaagt.
LET OP!
Als er geen alarmhandeling is geselecteerd, kan
dit leiden tot een hoger energieverbruik bij een
alarm.
Menu 5.1.5 - ventilatorsnelheid uitlaatlucht
(accessoire vereist)
normaal en snelheid 1-4
Instelbereik: 0 – 100 %
Stel de snelheid voor de vijf verschillende te selecteren
snelheden voor de ventilator hier in.
LET OP!
Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kan het
huis beschadigen en kan tot een hoger energie-
verbruik leiden.
Menu 5.1.7 - bronpomp al.instelling
min. T bron uit
Instelbereik: -12 – 15 °C
Standaardwaarde: -8 °C
min. T bron uit
Stel de temperatuur in waarbij de warmtepomp het
alarm voor lage temperatuur bij uitgaande bronvloeistof
activeert.
Als "automatische reset" geselecteerd is, wordt het alarm
gereset wanneer de temperatuur is gestegen tot 1 °C
onder de instelwaarde.
De compressor schakelt terug als de temperatuur van
het bronsysteem de ingestelde minimumwaarde voor
de temperatuur van het bronsysteem bereikt. De com-
pressorbesturing probeert het bronsysteem te houden
op een temperatuur die 2 ° hoger is dan de ingestelde
waarde voor bronvloeistof uit.
Menu 5.1.8 - bedrijfsmodus bronpomp
bedrijfsstand
Instelbereik: intermitterend, voortdurend, 10 dagen
onafgebroken
Standaardwaarde: intermitterend
Stel hier de bedrijfsmodus van de circulatiepomp in.
NIBE F1155PC
intermitterend: De circulatiepomp bronsysteem start
ca. 20 seconden vóór de compressor en stopt ca. 20 se-
conden na de compressor.
voortdurend: continu bedrijf.
10 dagen onafgebroken: Continu bedrijf gedurende
10 dagen. Daarna gaat de pomp naar de intermitterende
stand.
TIP
U kunt gebruik maken van "10 dagen onafge-
broken" bij opstarten voor continue circulatie
tijdens een opstarttijd, om zo het ontluchten
van het systeem te vergemakkelijken.
Menu 5.1.9 - snelheid bronpomp
bedrijfsstand
Instelbereik: auto / handmatig / vaste delta
Standaardwaarde: auto
delta T
Instelbereik: 2 - 10 °C
Fabrieksinstelling: 4 °C
snelh. in wachtm.
Instelbereik: 1 - 100 %
Fabrieksinstelling: 70 %
handmatig
Instelbereik: 1 - 100 %
Fabrieksinstelling: 100 %
snelheid pass. koelen
Instelbereik: 1 - 100 %
Fabrieksinstelling: 100 %
Stel hier de snelheid van de circulatiepomp bronsysteem
in. Selecteer "auto" als de snelheid van de circulatiepomp
bronsysteem automatisch geregeld moet worden (fa-
brieksinstelling) voor een optimale werking.
Voor handmatige regeling van de circulatiepompen
bronsysteem deactiveert u "auto" en stelt u de waarde
in tussen 1 en100%.
Voor regeling van de circulatiepomp bronsysteem met
"vaste delta" selecteert u "vaste delta" onder "bedrijfs-
stand" stelt u de waarde in tussen 2 en 10 °C.
De snelheid van de circulatiepomp bronsysteem tijdens
passief koelen (de circulatiepomp bronsysteem draait
dan met handmatige regeling) kan ook hier worden in-
gesteld.
Als continu bedrijf is gekozen (zie "Menu 5.1.8 - bedrijfs-
modus bronpomp", pagina 43 ) kan ook de wachtstand
worden gekozen. De circulatiepomp blijft continu
draaien, terwijl de compressor stopt.
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
43