Bijstellen, ontluchten, bronsysteem
Niveaureservoir
Controleer het vloeistofniveau in het niveau-
reservoir (CM2). Indien het vloeistofniveau
is gezakt, vult u het systeem bij.
1. Sluit de klep onder het reservoir.
2. Ontkoppel de aansluiting bovenop het
reservoir.
3. Vul bronvloeistof bij tot het reservoir
ongeveer 2/3 vol is.
4. Sluit de connector opnieuw aan boven-
op het reservoir.
5. Open de klep onder het reservoir.
De druk in het systeem wordt verhoogd door de klep op
de binnenkomende hoofdleiding te sluiten wanneer de
circulatiepomp van het bronsysteem (GP2) draait en het
niveaureservoir (CM2) open staat, zodat vloeistof uit het
reservoir wordt gezogen.
Expansievat
Indien er een expansievat (CM3) wordt ge-
bruikt in plaats van een niveaureservoir,
wordt het drukniveau gecontroleerd. Als de
druk zakt, dient het systeem te worden bij-
gevuld.
De kamertemperatuur achteraf
instellen
Indien de gewenste kamertemperatuur niet wordt ver-
kregen, moet u wellicht de ingestelde waarden bijstellen.
Koude weersomstandigheden
Bij een te lage kamertemperatuur verhoogt u "stook-
■
lijn" in menu 1.9.1.1 met één stap.
Bij een te hoge ruimtetemperatuur verlaagt u "stook-
■
lijn" in menu 1.9.1.1 met één stap.
Warme weersomstandigheden
Bij een te lage kamertemperatuur verhoogt u "tempe-
■
ratuur" (verschuiving stooklijn) in menu 1.1.1 met één
stap.
Bij een te hoge ruimtetemperatuur verlaagt u "tempe-
■
ratuur" (verschuiving stooklijn) in menu 1.1.1 met één
stap.
De koelcurve/stooklijn instellen
stooklijn1.9.1.1
systeem
aanvoertemperatuur °C
buitentemp. °C
NIBE F1155PC
systeem
aanvoertemperatuur °C
2/3
stooklijn
Instelbereik: 0 – 15
Standaardwaarde: 9
koelcurve
Instelbereik: 0 – 9
Standaardwaarde: 0
U kunt verwarmen of koelen selecteren in het menu
curve
. Het volgende menu (stooklijn/koelcurve) toont
de stooklijn en koelcurve voor uw huis. De curve is be-
doeld om ongeacht de buitentemperatuur voor een
gelijkmatige binnentemperatuur te zorgen en dus voor
een energiezuinige werking. Aan de hand van deze
stooklijnen bepaalt de regelcomputer van de warmte-
pomp de temperatuur van het water naar het systeem,
de aanvoertemperatuur en dus de binnentemperatuur.
Selecteer de lijn en lees af hoe de aanvoertemperatuur
bij verschillende buitentemperaturen verandert. Het cijfer
helemaal rechts van "system" toont voor welk systeem
u de stooklijn/koelcurve hebt geselecteerd.
Helling van de stooklijn
De helling van verwarmings-/koelcurves bepaalt hoeveel
graden de aanvoertemperatuur moet worden ver-
hoogd/verlaagd als de buitentemperatuur daalt/stijgt.
Hoe steiler de helling, hoe hoger de aanvoertemperatuur
voor de verwarming of hoe lager de aanvoertemperatuur
voor de koeling bij een bepaalde buitentemperatuur.
Aanvoertemperatuur
°C
70
Brantare kurvlutning
Steilere helling stooklijn
60
50
40
30
- 10
10
0
De optimale helling hangt af van de klimaatomstandig-
heden van uw woonplaats, of de woning over radiatoren
of vloerverwarming beschikt en hoe goed de woning is
geïsoleerd.
De curve wordt ingesteld bij de installatie van de verwar-
ming, maar moet later mogelijk worden aangepast.
Normaal gesproken hoeft de curve niet verder te worden
afgesteld.
Hoofdstuk 6 |
koelcurve 1.9.1.2
buitentemp. °C
1/3
- 20
- 30
- 40°C
Buitentemperatuur
UTETEMPERATUR
Inbedrijfstelling en afstelling
2/3
Gamla bilder, med säkerhetsventil p
33