C Plus
D e lt a S o l
®
5.1 Diversen
De pomp loopt warm, maar er is geen warmtetransport
van de collector naar het reservoir, de voor- en terugloop-
temperatuur zijn beide even warm, eventueel ook lucht in
de leiding.
Is er lucht in de
installatie?
neen
ja
Is de kring van de zon-
necollector verstoptter
hoogte van de
vuilvanger?
ja
De pomp schakelt blijkbaar laat aan.
Aanschakeltemperatu-
urverschil ΔTan te groot
gekozen?
neen
ja
Collectorvoeler ongunstig
geplaatst (bvb. contactvoe-
ler i.p.v. dompelvoeler)?
ja
22
|
Systeem ontluchten, sy-
steemdruk minstens op
de statische voordruk
plus 0,5 bar brengen, evtl.
de druk weer verhogen,
de pomp kort aan- en
uitschakelen.
De vuilvanger reinigen.
ΔTein en ΔTaus overeen-
komstig aanpassen.
Eventueel de functie voor
vacuümcollectoren ac-
tiveren.
o.k.
De pomp loopt voor korte tijd, schakelt uit, schakelt weer
aan enz. (pendelen).
Aanschakeltemperatu-
urverschil ΔTan te groot
gekozen?
neen
ja
Collectorvoeler slecht
geplaatst?
neen
ja
Plausibiliteitscontrole
van de opties vacuüm-
collectorfunctie.
Het temperatuurverschil tussen het reservoir en de
collector wordt gedurende de werking zeer groot, de
collectorkring kan de warmte niet afvoeren.
Pomp van de collector-
kring defect?
neen
ja
Warmtewisselaar aange-
kalkt?
neen
ja
Warmtewisselaar ver-
stopt?
neen
ja
Warmtewisselaar te
klein?
ja
DTaan en DTuit overeen-
komstig aanpassen.
neen
o.k.
De voeler van de colle-
ctor in de voorloop van
het primair circuit (de
warmste plaats) monteren,
huls van de overeenkom-
stige collector gebruiken.
Testen, eventueel ver-
vangen.
Onkalken.
Spoelen.
Nieuwe berekening van
de dimensionering.