Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Δt -Regeling (Ketel Met Vaste Brandstof En Uitwisseling Van Warmte) - Resol DeltaSol C Plus Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

C Plus
D e lt a S o l
®
4.1.9 ΔT -regeling
DT E / DT1E / DT2E /
DT3E:
Aanschakeltemperatuurver-
schil
Regelbereik 1,0 ... 20,0 K
Instelling bij levering 6.0
DT A / DT1A / DT2A /
DT3A:
Uitschakeltemperatuurverschil
Regelbereik 0,5 ... 19,5 K
Instelling bij levering 4.0 K
Nota: Het aanschakeltemperatuurverschil moet minstens
1,0 K groter zijn dan het uitschakeltemperatuurverschil.
DT S / DT1S / DT2S /
DT3S:
nominaal temperatuurverschil
Regelbereik 1,5 ... 30,0 K
Instelling bij levering 10.0
ANS / ANS1 / ANS2 /
ANS3:
Stijging
Regelbereik 1 ... 20 K
Instelling bij levering 2 K
4.1.10 Maximale temperatuur reservoir
S MX / S1MX / S2MX:
Maximale temperatuur
reservoir
Regelbereik 2 ... 95 °C
Instelling bij levering 60 °C
4.1.11 ΔT -regeling (ketel met vaste brandstof en
uitwisseling van warmte)
Begrenzing maximale temperatuur
MX3E / MX3A:
Begrenzing maximale tempe-
ratuur
Regelbereik 0,0 ... 95,0 °C
Instelling bij levering
MX3E 60,0 °C
MX3A 58,0 °C
Begrenzing minimale temperatuur
MN3E / MN3A:
Begrenzing minimale tempe-
ratuur
Regelbereik 0,0 ... 90,0 °C
Instelling bij levering:
ANL = 2
MN3E 5,0 °C
MN3A 10,0 °C
ANL = 8
MN3E 60,0 °C
MN3A 65,0 °C
Daarna volgt de regeling zoals een standaard differentiaal-
regeling. Bij het bereiken van het aanschakelverschil (DT
E / DT1E / DT2E) wordt de pomp aangeschakeld en de
startimpuls (10 seconden) aangedreven met de minimale
snelheid (nMN = 30 %). Als het temperatuurverschil de
ingestelde waarde bereikt heeft (DT S / DT1S / DT2S /
DT3S) wordt de snelheid met één stap (10 %) verhoogd. Bij
een stijging van het verschil van 2 K (ANS / ANS1 / ANS2
/ ANS3) wordt de snelheid telkens met 10 % verhoogd tot
een maximum van 100 %. Met behulp van de parameter
„Anstieg" (stijging) kan het regelgedrag aangepast worden.
Als het ingestelde uitschakeltemperatuurverschil (DT A /
DT1A / DT2A) niet meer bereikt is schakelt de regelaar
uit. DT E und DT S zijn tegenover elkaar vergrendeld. DT
S moet minstens 0,5 K hoger liggen dan DT E.
Als de maximale temperatuur overschreden wordt, wordt
de verwarming van het reservoir belet en daarmee een
schadelijke overververhitting vermeden. Bij overschreden
maximale temperatuur van het reservoir wordt in de uitle-
zing
aangeduid
Nota: de regelaar is voorzien van een veiligheidsuitschakeling
van het reservoir, die bij 95°C belet dat het reservoir verder
verwarmd wordt.
De regelaar is voorzien van een onafhankelijke temperatu-
urdifferentiaalregeling waarmee de bijkomende gescheiden
minimale en maximale begrenzingen samen met de bijbeho-
rende aan- en uitschakelverschillen kunnen ingesteld wor-
den. Enkel mogelijk bij ANL = 2 en 8 (bvb. voor ketel met
vaste brandstof of regeling uitwisseling van warmte).
Als de ingestelde waarde MX3E overschreden wordt, wordt
het relais 2 gedeactiveerd. Bij het overschrijden van de pa-
rameter MX3A schakelt het relais 2 terug aan.
Betrokken voeler:
S3 bij ANL 8 (TSPO)
S4 bij ANL 2 (TSP2).
Als de ingestelde waarde MN3E niet meer bereikt wordt,
wordt het relais 2 gedeactiveerd. Als MN3A overschreden
wordt, schakelt relais 2 weer aan.
Betrokken voeler:
S4 bij ANL 8 (TFSK)
S3 bij ANL 2 (TSPO).
Parallel gelden zowel voor de maximale als voor de minimale
temperatuurbegrenzing de aan- en uitschakeltemperatuur-
verschillen DT3E en DT3A.
17
|

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave