10.1
Eisen
verwarming / eisen
Instelkanaal
Betekenis
vraag 1 (2)
Eis 1
relais
Relaiskeuze
10.2
Verwarmingscircuits (alleen in combinatie
met de uitbreidingsmodule EM)
De regelaar kan met de betreffende uitbreidingsmo-
dules tot 2 externe, weersgestuurde verwarmingscir-
cuits aansturen.
Als één of meerdere externe uitbreidingsmodules
worden aangesloten, moeten deze in de regelaar wor-
den aangemeld. Alleen aangemelde modules verschij-
nen bij de verwarmingscircuitkeuze.
Instelbereik / keuze
Fabrieksinstelling
geactiveerd, gedeactiveerd
gedeactiveerd
systeemafhankelijk
systeemafhankelijk
Als nieuw verwarmingscircuit wordt gekozen, kan
tussen de evt. aangemelde modules worden gekozen.
Uitbreidingsmodules kunnen in het menu in-/uitgan-
gen / modules worden aan- of afgemeld (zie pagina
71).
Als een intern of extern verwarmingscircuit is geko-
zen, wordt een nieuw menu geopend. In dit menu kun-
nen aan het verwarmingscircuit de benodigde relais
en sensoren worden toegewezen alsmede alle andere
instellingen worden gedaan.
De regelaar berekent voor elk verwarmingscircuit een
gewenste voorlooptemperatuur aan de hand van de
buitentemperatuur en de gekozen verwarmingscurve.
Als de gemeten voorlooptemperatuur van de gewens-
te voorlooptemperatuur afwijkt, wordt de menger
aangestuurd om de voorlooptemperatuur overeen-
komstig aan te passen.
Onder deze menuoptie kunnen tot 2 verwarmingsei-
sen worden geactiveerd en ingesteld.
Ingestelde eisen staan in de betreffende opties
van het verwarmingsmenu als keuzemoge-
lijkheid in de relaiskeuze ter beschikking. Zo
kunnen meerdere opties dezelfde warmtebron
vereisen.
Als bijvoorbeeld aan Eis 1 het potentiaalvrije maak-
contactrelais R5 wordt toegewezen, staat daarna bij
de relaiskeuze in de instelkanalen Eis van de ver-
warmingsopties (zie pagina 63) naast de nog vrije
relais ook eis bijverwarming ter keuze. Zo kan bij-
voorbeeld zowel de bedrijfswaterverwarming als ook
de thermische desinfectie bei dezelfde ketel worden
vereist.
Als de buitentemperatuur zover daalt dat de bereken-
de gewenste voorlooptemperatuur boven de maxima-
le voorlooptemperatuur ligt, dan geldt voor de duur
van deze overschrijding de maximale voorlooptempe-
ratuur als gewenste temperatuur.
Als de buitentemperatuursensor uitvalt, wordt een
storingsmelding gegenereerd. Voor de duur van de uit-
val geldt de maximale voorlooptemperatuur -5 K als
gewenste voorlooptemperatuur.
Met de timer kan de dag- / nachtstand worden inge-
steld. In de dagfases wordt de gewenste voorloop-
temperatuur dan met de ingestelde waarde "Tages-
korrektur" (dagcorrectie) verhoogd, in de nachtfases
daarentegen met de waarde "Absenkung" (verlaging)
verlaagd.
59