8.3
Functiecontrole
∆t -bewaking
Deze functie dient om het temperatuurverschil te be-
waken. De waarschuwingsmelding ∆t te hoog ver-
schijnt als een zonnelading gedurende 20 minuten met
een verschil groter dan 50 K plaatsvindt. De aansturing
van de regelaar wordt niet afgebroken, maar de instal-
latie dient wel te worden gecontroleerd.
zonne-energie / functiecontrole
Instelkanaal
Betekenis
∆T te hoog
Optie ∆T-bewaking
nachtcirculatie
Optie bewaking nachtcirculatie
VL/RET verwiss
Optie bewaking voor-/terugloop verwisseld
boilermaxtemp
Optie bewaking maximumtemperatuur boiler
boiler
Boilerkeuze
46
Mogelijke oorzaken zijn:
• te laag pompvermogen
• geblokkeerde installatiecomponenten
• doorstromingsstoring in het collectorveld
• lucht in de installatie
• defecte klep / defecte pomp
Nachtcirculatie
Deze functie dient om het afkoelen van de boiler door
thermische druk in het zonnecircuit te detecteren en
te melden. De melding wordt actief als tussen 23:00
en 5:00 uur aan één van de volgende voorwaarden
minimaal 1 minuut langt wordt voldaan:
• de collectortemperatuur overschrijdt 40 °c
• de waarde ∆Taan is overschreden
De tijdsvertraging van 1 minuut voorkomt het active-
ren van de waarschuwingsmelding door kort durende
storingen.
Mogelijke oorzaken zijn:
• defecte zwaartekrachtrem
• defecte klep
• tijd onjuist ingesteld
Instelbereik / keuze
Fabrieksinstelling
Ja, nee
Ja
Ja, nee
Ja
Ja, nee
Ja
Ja, nee
nee
systeemafhankelijk
systeemafhankelijk
Voor- en terugloop verwisseld
Deze functie dient om het verwisselen van voor- en
terugloop alsmede een onjuist geplaatste collector-
sensor te herkennen en te melden. Hiervoor wordt
tijdens de inschakelfase van de zonnepomp de collec-
tortemperatuur op plausibiliteit gecontroleerd. De
bewaking voor-/terugloop verwisseld genereert
pas een storingsmelding als 5 keer achter elkaar niet
aan de plausibiliteitscriteria is voldaan.
De volgende optie is alleen zichtbaar als de expert-ge-
bruikerscode is ingevoerd (zie pagina 71).
Maximumtemperatuur boiler
Deze functie dient om het overschrijden van de in-
gestelde maximumtemperatuur van de boiler vast te
stellen en te melden. De regelaar vergelijkt de huidige
boilertemperatuur met de ingestelde maximumtem-
peratuur van de boiler en controleert zodoende de
boilerlaadcircuits.
De maximumtemperatuur van de boiler geldt als
overschreden als de gemeten temperatuur bij de boi-
lersensor de ingestelde maximumtemperatuur van
de boiler met tenminste 5 K overschrijdt. Pas als de
boilertemperatuur weer onder de ingestelde maxi-
mumtemperatuur van de boiler is gedaald, wordt de
bewaking weer actief.
In het kanaal boiler kan worden gekozen welke boiler
moet worden bewaakt.
Mogelijke oorzaak voor het ongewenst overschrijden
van de maximumtemperatuur van de boiler is een
defecte klep.