Opmerking:
Laat de machine lopen met de
aftakas ingeschakeld en de motor op hoog
stationair gedurende 2 tot 5 minuten na het
wassen.
10.
Controleer de staat van de maaimessen;
raadpleeg
Onderhoud van de maaimessen
(bladz.
46).
11.
Wanneer de machine langer dan 30 dagen niet
wordt gebruikt, moet deze worden voorbereid op
stalling. De machine wordt als volgt voorbereid
op stalling:
A.
Voeg een stabilizer/conditioner toe aan
de verse brandstof in de tank. Volg de
mengvoorschriften van de fabrikant van de
stabilizer op. Gebruik geen stabilizer op
alcoholbasis (ethanol of methanol).
B.
Laat de motor vijf minuten lopen
om de stabilizer/conditioner door het
brandstofsysteem te verspreiden.
C.
Zet de motor af, laat deze afkoelen en laat
de brandstoftank leeglopen.
D.
Start de motor en laat hem lopen totdat hij
afslaat.
E.
U moet brandstof op de juiste wijze
afvoeren. Voer de brandstof af volgens de
plaatselijk geldende voorschriften.
Belangrijk:
stabilizer/conditioner bevat niet langer
dan aanbevolen door de fabrikant van
de stabilizer.
12.
Verwijder de bougie(s) en controleer de staat
ervan; zie
Onderhoud van de bougie (bladz.
39). Nadat de bougie(s) uit de cilinder is (zijn)
verwijderd, giet u 30 ml (2 eetlepels) motorolie
in de bougie-opening. Gebruik de startmotor
om de motor te laten draaien en zo de olie over
de cilinderwand te verspreiden. Monteer de
bougie(s). De bougiekabel niet op de bougie(s)
drukken.
13.
Controleer alle bouten, schroeven en moeren
en draai deze vast. Repareer of vervang
beschadigde delen.
14.
Werk alle krassen en beschadigingen van de lak
bij. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende
servicedealer.
15.
Stal de machine in een schone, droge garage
of opslagruimte. Verwijder het sleuteltje uit het
contact en bewaar het buiten het bereik van
kinderen en onbevoegde personen. Dek de
machine af om deze te beschermen en schoon
te houden.
Bewaar brandstof die
Opslag van de accu
1.
Laad de accu volledig op.
2.
Laat de accu 24 uur ongemoeid en controleer
dan de spanning van de accu.
Opmerking:
dan 12,6 V, moet u stappen
3.
Koppel de kabels los van de accu.
4.
Controleer regelmatig de spanning en zorg dat
die altijd minstens 12,4 V is.
Opmerking:
dan 12,4 V, moet u stappen
Tips voor het bewaren van de accu
•
Bewaar de accu rechtop in een koele, droge
omgeving.
•
Bewaar accu's niet op elkaar, tenzij ze in een doos
zitten.
•
Stapel niet meer dan 3 accu's op elkaar (of 2 als
het om accu's voor professioneel gebruik gaat).
•
Test een natte accu om de 4 tot 6 maanden en
laad de accu indien nodig.
•
Test en laad de accu altijd op voor montage.
54
Indien de accuspanning lager is
1
en
2
herhalen.
Indien de accuspanning lager is
1
en
2
herhalen.