INSTALLATIE
In dit hoofdstuk zijn oplossingen opgenomen voor veelvoorkomende installatieproblemen. Zie de hiernavolgende
inhoudsopgave voor de juiste pagina bij uw vraag of probleem.
• De software kan niet worden geïnstalleerd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
• Het apparaat wordt niet gedetecteerd (wanneer het is aangesloten op een netwerk).. . . . . . . . . . . . . 24
• Het plug & playscherm verschijnt niet. (USB-aansluiting in Windows) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
• De printerdriver wordt niet juist geïnstalleerd door plug and play (USB-aansluiting in Windows). . . . . 25
• De printerdriver kan niet worden geïnstalleerd (Windows 2000/XP/Server 2003) . . . . . . . . . . . . . . . . 26
• Software verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Probleem
De software kan niet
worden geïnstalleerd.
Het apparaat wordt
niet gedetecteerd
(wanneer het is
aangesloten op een
netwerk).
24
Controleer
Is er voldoende vrije ruimte op uw harde
schijf?
Gebruikt u een besturingssysteem dat
niet wordt ondersteund?
Is het IP-adres van het apparaat
geconfigureerd?
Is uw computer aangesloten op
hetzelfde netwerk als het apparaat?
Is het apparaat ingeschakeld?
Is uw computer juist aangesloten op het
apparaat?
Oplossing
Verwijder de niet gebruikte bestanden en applicaties om
meer vrije ruimte te creëren op uw harde schijf.
Controleer of de software op uw besturingssysteem kan draaien.
Uitvoerige informatie over de installatievereisten voor
elk softwareprogramma in Windows vraagt u op door op
de knop [README weergeven] te klikken in het
installatieprogramma.
☞
Zie Handleiding software-installatie
Als het IP-adres van het apparaat niet is
geconfigureerd, wordt het apparaat niet gedetecteerd.
Controleer of het IP-adres juist is geconfigureerd in
"IP-adresinstellingen" in de systeeminstellingen van het
apparaat (systeembeheerder).
➞ Systeeminstellingen (Systeembeheerder) >
"Netwerkinstellingen" > "IP-adresinstellingen"
Windows:
Als het apparaat en uw computer niet zijn
aangesloten op hetzelfde LAN, wordt het apparaat
niet gedetecteerd. Als ze zijn aangesloten op twee
verschillende subnetwerken klikt u op de knop [Geef
voorwaarde op] en geeft u de naam van het apparaat
(hostnaam) of IP-adres op om te zoeken naar het
apparaat.
Macintosh:
Als er meerdere AppleTalk zones zijn, selecteert u in
het menu de zone waarop het apparaat is
aangesloten.
Als het apparaat niet is ingeschakeld, wordt het niet
gedetecteerd. Zet de hoofdschakelaar aan en
vervolgens de toets [AAN] (
opnieuw nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.)
Controleer of de kabel stevig is aangesloten op de
LAN-aansluitingen op uw computer en het apparaat.
Controleer ook de aansluitingen op de hub.
☞
Illustratie van het apparaat (M) (pagina 37)
). (In Windows zoekt u