36
8.6
Doorstroomverwarmingselement
Het doorstroomverwarmingselement bevindt zich in de waterkringloop naar de sproeiarmen. Bij het
doorstromen met afwaswater wordt een rubbermembraan aan de flens bediend, dat de veiligheidsdruk-
schakelaar voor het verwarmingselement schakelt. Als de druk afneemt, wordt de verwarming uitge-
schakeld. De verwarmingspositie wordt overgeslagen en drooglopen van de verwarming wordt
verhinderd.
Demontage
1.
Buitendeur, sokkelpaneel, haakse rail en
zijwanden afschroeven.
2.
Trekkabels aan de scharnierhefbomen
uithangen.
3.
Schroeven van de bodemkuip naar de
scharnierplaten uitdraaien.
4.
Spoelkuip aan de achterwand van de
bodemkuip afschroeven.
5.
Kabelboom van de deur aan de steekver-
binding in de bodemkuip scheiden.
6.
Apparaat op de rug leggen en bodemkuip
voorzichtig aftrekken; daarbij de verbin-
ding van de niveaudetectorbehuizing met
de onthardingsinstallatie losmaken.
7.
Circulatiepomp met het rubberlager van
de bodemkuip scheiden.
8.
Bodemkuip zover neerklappen tot het
doorstroomverwarmingselement van de
pomppot kann worden geschroefd. Door-
stroomverwarmingselement afschroeven.
9.
Klikverbinding van de pomppot losmaken
en het doorstroomverwarmingselement
van de steekverbindingen pomppot / cir-
culatiepomp wegdrukken.
Technische gegevens:
Nominale spanning
Frequentie
Vermogen
Weerstand
230-240 V
50 Hz
2150 W
ca. 22 Ω
A clixon / NTC; 85°C veiligheidsschakelaar
B membraan
C verwarmingselement
D veiligheidsdrukschakelaar
E van de circulatiepomp
F naar de onderste sproeiarm
G naar de bovenste sproeiarm
Servicehandboek
Uitsluitend voor intern gebruik