22
Vulproces bij apparaten met warmtewisselaar
De elektronica bepaalt de tijd tussen de openingsopdracht van de vulklep en het sluiten van de ni-
veauschakelaar (f1). Aan de hand van deze tijd wordt de extra vultijd van de vulklep berekend. Bij het
eerste vullen van een afwasprogramma wordt 200 ml water meer dan de normale hoeveelheid water
opgenomen.
Met deze waterhoeveelheid wordt bij de eerste waterinlaat voor het afwasprogramma het waterverlies
door de bevochtiging van de droge vaat gecompenseerd. De soepele werking van de circulatiepomp
wordt gegarandeerd en in de volgende vulbaden wordt water bespaard. De circulatiepomp wordt met
vertraging ingeschakeld, de uitlaatklep blijft geopend tot de warmtewisselaar helemaal leeg is.
Niveauschakelaar f1
Vulklep
Uitloopklep
Circulatiepomp
t1 = berekende navultijd, t2 = nalooptijd uitloopklep, t3 = inschakelvertraging circulatiepomp
Vulproces bij apparaten zonder warmtewisselaar
Na het bereiken van het statisch niveau wordt de module door de niveaudrukschakelaar aangestuurd,
ze gaat door naar de volgende positie en de circulatiepomp wordt ingeschakeld. Zodra de circulatie-
pomp start, schakelt de niveaudrukschakelaar terug. Er wordt verder dynamisch gevuld tot de ni-
veauschakelaar opnieuw schakelt; dan is het spoelniveau bereikt.
Niveauschakelaar f1
Vulklep
Circulatiepomp
Voorvullen (VV)
Vullen tot statisch niveau
Servicehandboek
Vullen
Vullen tot dynamisch niveau
Uitsluitend voor intern gebruik