12
4.5.2
Niveauschakelaar schakelt niet
Als de niveauschakelaar (f1) in de vulpositie niet omschakelt, wordt de vulklep zo lang aangestuurd tot
het veiligheidsniveau wordt bereikt. De veiligheidsschakelaar schakelt de loogpomp in en de vulklep uit.
Als de veiligheidsschakelaar weer heeft teruggeschakeld, wordt de vulklep weer aangestuurd. Op die
manier ontstaat een wisseling tussen pompen en vullen.
Als in de niveauschakelaar (f1) niet binnen 6 minuten omschakelt, wordt het programma afgebroken
(1 minuut afpompen). Daarna wordt de vulstap opnieuw gestart. Dit proces kan in totaal drie keer worden
herhaald. Daardoor wordt geprobeerd de niveauschakelaar weer te doen bewegen. Als het vulpeil dan
niet wordt bereikt, wordt de vulklep nog steeds aangestuurd tot opnieuw het veiligheidsniveau wordt be-
reikt (vullen / pompen / vullen / pompen...).
De weergave in het display blijft vanaf de programmastart 6 minuten lang zichtbaar, tot het niveau wordt
bereikt.
4.5.3
Regenereer-elektronica
De elektronica bepaalt aan de hand van de op het apparaat ingestelde waterhardheid de hoeveelheid
water die mogelijk is tot de onthardingsinstallatie is uitgeput. De doorgeleide waterhoeveelheid wordt be-
rekend. Na het bereiken van het maximum aantal mogelijke spoelbeurten, wordt geregenereerd. Het ge-
drag van de regenereer-elektronica vindt u in de beschrijving Eerste ingebruikneming / Vervangen van
de elektronica.
4.5.4
Warmwaterherkenning
Als het inlopende water bij het glansspoelen warmer dan 45°C is, wordt de warmtewisselaar voor de
droogfase niet gevuld. Om ervoor te zorgen dat het nodige temperatuurverschil voor condensatie groot
genoeg is, wordt de temperatuur voor het glansspoelen tot 72°C verhoogd en wordt zo de eigen warmte
van het vaatwerk versterkt.
4.5.5
Memory elektronica
De elektronica heeft een geheugen, dat het laatst geselecteerde programma registreert. Als bij de pro-
grammastart niets anders wordt gekozen, wordt het laatst geselecteerde programma uitgevoerd.
4.5.6
Stroomstoring
De elektronica heeft een stroomstoringsgeheugen, dat garandeert dat bij een stroomstoring of een pro-
grammaonderbreking het begonnen afwasprogramma kan worden voortgezet.
4.5.7
Sensoren
Alle uitgaande signalen van de deurschakelaar, de niveauschakelaar, de NTC-voeler en de tekortscha-
kelaars worden op het gepaste ogenblik door de microprocessor geregistreerd en geëvalueerd.
Servicehandboek
Uitsluitend voor intern gebruik