Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Optie Begrenzing Van De Minimale Temperatuur Van De Collector; Optie Vorstbeveiliging - Resol DeltaSol BS Plus Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor DeltaSol BS Plus:
Inhoudsopgave

Advertenties

BS Plus
DeltaSol
®
4.1.12 Collector grenstemperatuur
Collectornooduitschakeling
NOT / NOT1 / NOT2:
Collector grenstemperatuur
Regelbereik 110 ... 200 °C,
Instelling bij levering 140 °C
4.1.13Systeemkoeling
OKX / OKX1 / OKX2:
Optie systeemkoeling
Regelbereik OFF ... ON
Instelling bij levering OFF
KMX / KMX1 / KMX2:
Maximale temperatuur
collector
Regelbereik 100... 190 °C
Instelling bij levering 120 °C
4.1.14 Optie begrenzing van de minimale
temperatuur van de collector
OKN / OKN1 / OKN2:
Minimale temperatuurbe-
grenzing van de collector
Regelbereik OFF / ON
Instelling bij levering OFF
KMN / KMN1 / KMN2:
Minimale temperatuur
collector
Regelbereik 10 ... 90 °C
Instelling bij levering 10 °C

4.1.15 Optie vorstbeveiliging

OKF / OKF1 / OKF2:
Vorstbeveiliging
Regelbereik OFF / ON
Instelling bij levering OFF
KFR / KFR1 / KFR2:
Temperatuur vorstbeveiliging
Regelbereik -10 ... 10 °C
Instelling bij levering 4,0 °C
18
|
Bij overschrijden van de ingestelde collector grenstempe-
ratuur (NOT / NOT1 / NOT2) wordt de pomp van de
zonnecollector (R1/R2) uitgeschakeld om een schadelijke
oververhitting van de componenten van de installatie te
voorkomen (collector nooduitschakeling). Bij levering is de
grenstemperatuur ingesteld op 140 °C, hij kan evenwel ge-
wijzigd worden in het bereik 110 ... 200 °C. Bij overschreden
grenstemperatuur wordt in de uitlezing
getoond
Bij het bereiken van de ingestelde maximale temperatuur
van het reservoir schakelt de installatie uit. Als nu de tem-
peratuur van de collector stijgt tot boven de ingestelde
maximale temperatuur van de collector (KMX / KMX1 /
KMX2), dan wordt de pomp van de kring van de zonne-
collector zolang geactiveerd, tot deze grenswaarde van de
temperatuur niet meer bereikt is. Daarbij kan de tempera-
tuur van het reservoir verder stijgen (de actieve maximale
temperatuurbegrenzing van het reservoir heeft voorrang),
maar slechts tot 95 °C (veiligheidsuitschakeling van het
reservoir).
Ligt de temperatuur van het reservoir hoger dan de maxi-
male temperatuur ervan (S MX / S1MX / S2MX), en de
collectortemperatuur minstens 5 K onder de temperatuur
van het reservoir, dan werkt de installatie zolang door, tot
het reservoir door de collector en de leidingen terug afge-
koeld is tot de ingestelde maximale temperatuur van het
reservoir (S MX / S1MX / S2MX) (enkel bij geactiveerde
functie ORUE).
Bij actieve systeemkoeling wordt in de uitlezing
id (knipperend). Door de koelfunctie blijft de installatie bij
warme zomerdagen langer in staat om te werken en zorgt
voor een thermische ontlasting van de collectoren en de
warmtedragende vloeistof.
De minimale temperatuur van de collector is een minimale
aanschakeltemperatuur, die moet overschreden worden,
zodat de pomp van de zonnecollector (R1 / R2/) aangescha-
keld wordt. De minimale temperatuur moet een te dikwijls
aanschakelen van de pomp van de zonnecollector bij lage
temperaturen van de collector voorkomen. Als de minimale
temperatuur niet bereikt wordt, wordt in de uitlezing
(knipperend ) getoond
De functie vorstbeveiliging zet de kring tussen de collector
en het reservoir in werking om het medium te beschermen
tegen bevriezen of „indikken" als de ingestelde temperatuur
van de vorstbeveiliging niet meer bereikt is. Als de tempera-
tuur van de vorstbeveiliging met 1 °C overschreden wordt,
wordt de kring uitgeschakeld.
Nota:
Vermits voor deze functie enkel de beperkte hoeveelheid
warmte van het reservoir beschikbaar is, is het best de vor-
stbeveiligingsfunctie enkel daar te gebruiken, waar slechts
weinig dagen per jaar temperaturen rond het vriespunt
bereikt worden.
(knipperend)
aangedu-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave