Neonaatmodus
De Neonatale modus wordt aangegeven door dit pictogram:
De Neonaatmodus heeft als standaard instelpunt (Set Point, SP) een temperatuur
van 33,5 °C (92,3 °F).
Indien vereist door het klinisch protocol wijzigt u het instelpunt door gebruik te maken
van de instelpunttoets op het hoofdscherm: Zie voor meer informatie pagina 61.
OPMERKING:
In de neonaatmodus, wanneer de melding "Kern display te laag" (kernwaarde te laag)
wordt weergegeven, wat aangeeft dat de kernwaarde minimaal 2,0 °C onder het
instelpunt is of de kerntemperatuur van de patiënt lager is dan 31,0 °C, gebeurt het
volgende: Thermoregulatie wordt gepauzeerd en het water stopt met naar de wrap
stromen.
Zie voor meer informatie pagina 80.
Volwassenenmodus
De volwassenenmodus wordt aangegeven door dit pictogram:
De volwassenenmodus heeft als standaard instelpunt (Set Point, SP) een
temperatuur van 33,0 °C (91,4 °F).
Wijzig indien vereist het instelpunt door de instelpunttoetszz op het hoofdscherm te
gebruiken (zie rechts).
OPMERKING:
De standaard instelpunttemperatuur kan ook worden gewijzigd en wordt dan bij het
opnieuw opstarten het nieuwe instelpunt in de volwassenenmodus. Om de standaard
instelpunttemperatuur voor de volwassenenmodus te wijzigen, drukt u op Instellingen.
U wordt gevraagd om de toegangscode in te vullen, die u kunt vinden in de handleiding
onder Instellingen op pagina 56. Voer de code in en druk dan op OK.
Instellingenscherm 1 wordt weergegeven.
DDT136039 Rev. 002
Als de machine wordt uitgeschakeld en een tijd verstrijkt van
minimaal 10 minuten, gaat het instelpunt terug naar de
fabrieksinstelling van 33,5 °C voor TTM in neonaatmodus.
Als de machine wordt uitgeschakeld en een tijd verstrijkt van
minimaal tien minuten, gaat het instelpunt terug naar de
fabrieksinstelling van 33,0 °C voor TTM in de
volwassenenmodus.
Belmont Medical Technologies
Hoofdstuk 4: Gebruiksaanwijzing
Bladzijde 49 van 122