Inhoudsopgave
Advertenties
2.4.1 Labeling van de vacuümpomp
Klasse
Apparaatgroep
Apparaatcatego-
rie
Ontvlambare
materialen
Type bescher-
ming
Explosiegroepen
Temperatuur-
klasse
EPL conform
DIN EN 60079
X
Ta
Tab. 4:
Omschrijving
Apparaten die kunnen worden gebruikt voor toepassingen in een potentieel ex-
plosieve atmosfeer worden onderverdeeld in twee groepen:
Apparaatgroep I: apparaten voor mijnen met gevaar voor mijngas (wordt hier
verder niet op ingegaan)
Apparaatgroep II: apparaten voor alle andere potentieel explosieve zones met
uitzondering van ondergrondse werkzaamheden in mijnen en hun oppervlakin-
stallaties, die door mijngas en/of ontvlambare stoffen een gevaar kunnen vormen.
Apparaatgroep II is onderverdeeld in drie categorieën die variëren wat betreft de
veiligheidsgraad.
Apparaten van apparaatcategorie 1 zijn ontworpen om een extreem hoge mate
aan veiligheid te waarborgen. Ze moeten een hoge mate aan veiligheid waarbor-
gen, zelfs als defecten slechts zelden optreden bij het apparaat.
Apparaten van apparaatcategorie 2 zijn ontworpen om een hoge mate aan vei-
ligheid te waarborgen. Ze moeten de nodige mate aan veiligheid waarborgen,
zelfs bij apparaatstoringen of fouttoestanden, die algemeen te verwachten zijn.
Apparaten van apparaatcategorie 3 zijn ontworpen voor een normale mate aan
veiligheid. Ze waarborgen de nodige mate aan veiligheid voor normaal bedrijf.
G: gassen of dampen
D: stof (wordt hier verder niet in detail op ingegaan)
Opmerking: Het apparaat mag alleen worden gebruikt in atmosferen waar
explosiegevaar heerst, veroorzaakt door gassen of dampen. Gebruik in een
potentieel explosieve atmosfeer met stofdeeltjes is niet toegestaan.
Indentificatiecode "Ex h", uit de norm DIN EN ISO 80079-36 voor niet-elektrische
apparatuur. Er wordt geen beschermingstype gebruikt dat is vastgesteld voor
elektrische apparatuur.
Gassen en dampen zijn op basis van hun ontstekingsvermogen onderverdeeld in
drie explosiegroepen (IIA, IIB and IIC). Het ontstekingsvermogen neemt daarbij af
van explosiegroep IIA tot IIC. (De hogere explosiegroep, bijv. IIC, omvat de lage-
re groepen IIB en IIA).
Classificatie van apparaten afhankelijk van hun maximale oppervlaktetempera-
tuur, volgens de onderstaande toewijzing:
Temperatuurklasse --> Maximale oppervlaktetemperatuur/gastemperatuur:
● T1 --> +450 °C
● T2 --> +300 °C
● T3 --> +200 °C
● T4 --> +135 °C
● T5 --> +100 °C
● T6 --> +85 °C
De temperatuurklasse en de werkelijke maximale oppervlaktetemperatuur van de
apparaten omvat een veiligheidsmarge tot de minimale ontstekingstemperatuur
van een potentieel explosieve atmosfeer, zoals vereist in DIN EN ISO 80079-36.
Beschermingsniveau apparatuur (Equipment Protection Level)
EPL Ga: Apparaten met een "extreem hoog" beschermingsniveau voor gebruik in
een potentieel explosieve gasatmosfeer waarin geen ontstekingsgevaar bestaat
bij normaal bedrijf met voorzienbare of zeldzame defecten/storingen.
EPL Gb: Apparaten met een "hoog" beschermingsniveau voor gebruik in een po-
tentieel explosieve gasatmosfeer waarin tijdens normaal bedrijf geen ontstekings-
gevaar bestaat bij voorzienbare defecten/storingen.
EPL Gc: Apparaten met een "uitgebreid" beschermingsniveau voor gebruik in
een potentieel explosieve gasatmosfeer waarin bij normaal bedrijf geen ontste-
kingsgevaar bestaat.
Speciale bedrijfscondities moeten in acht worden genomen! Speciale condities en
opmerkingen in de gebruiksaanwijzing zijn van toepassing.
Toegestane omgevingstemperatuur voor bedrijf van de vacuümpomp volgens ty-
peplaatje.
ATEX-aanduidingen
Veiligheid
17/62
Advertenties
Inhoudsopgave
