Een vaste-schijfwachtwoord wijzigen of wissen
Volg stap 1 tot en met 7 in "Een vaste-schijfwachtwoord instellen" op pagina 57 en typ u uw wachtwoord om
toegang te krijgen tot het programma ThinkPad Setup.
Om het vaste-schijfwachtwoord voor de gebruiker te wijzigen of te verwijderen, doet u het volgende:
• Om het vaste-schijfwachtwoord te wijzigen, typt u het huidige wachtwoord in het veld Enter Current
Password. Typ daarna het nieuwe wachtwoord in het veld Enter New Password en typ het wachtwoord
nogmaals in het veld Confirm New Password. Druk op Enter, het venster Setup Notice wordt geopend.
Druk op F10 om het venster Setup Notice te verlaten. Het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf
wordt gewijzigd.
• Om het vaste-schijfwachtwoord te wissen, typt u het huidige wachtwoord in het veld Enter Current
Password. Vervolgens laat u het veld Enter New Password en Confirm New Password leeg en drukt u
op Enter. Het venster Setup Notice wordt geopend. Druk op F10 om het venster Setup Notice te verlaten.
Het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf wordt verwijderd.
Om het gebruikers- en master wachtwoord voor de vaste schijf te wijzigen of te verwijderen, selecteert
u User HDP of Master HDP.
Als u User HDP hebt geselecteerd, doet u het volgende:
• Om het vaste-schijfwachtwoord voor de gebruiker te wijzigen, typt u het huidige gebruikers- of
masterwachtwoord voor de vaste schijf in het veld Enter Current Password. Typ daarna het nieuwe
gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf in het veld Enter New Password en typ het wachtwoord
nogmaals in het veld Confirm New Password. Druk op Enter, het venster Setup Notice wordt geopend.
Druk op F10 om het venster Setup Notice te verlaten. Het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf
wordt gewijzigd.
• Om het vaste-schijfwachtwoord voor de gebruiker te verwijderen, typt u het huidige masterwachtwoord
voor de vaste schijf in het veld Enter Current Password. Vervolgens laat u het veld Enter New
Password en Confirm New Password leeg en drukt u op Enter. Het venster Setup Notice wordt
geopend. Druk op F10 om het venster Setup Notice te verlaten. Zowel het gebruikerswachtwoord als het
masterwachtwoord voor de vaste schijf wordt gewist.
Als u Master HDP hebt geselecteerd, doet u het volgende:
• Om het masterwachtwoord voor vaste schijf te wijzigen, typt u het huidige wachtwoord in het veld Enter
Current Password. Typ daarna het nieuwe masterwachtwoord voor de vaste schijf in het veld Enter
New Password en typ het wachtwoord nogmaals in het veld Confirm New Password. Druk op Enter,
het venster Setup Notice wordt geopend. Druk op F10 om het venster Setup Notice te verlaten. Het
masterwachtwoord voor de vaste schijf wordt gewijzigd.
• Om het masterwachtwoord voor vaste schijf te verwijderen, typt u het huidige wachtwoord in het veld
Enter Current Password. Vervolgens laat u het veld Enter New Password en Confirm New Password
leeg en drukt u op Enter. Het venster Setup Notice wordt geopend. Druk op F10 om het venster Setup
Notice te verlaten. Zowel het gebruikerswachtwoord als het masterwachtwoord voor de vaste schijf
wordt gewist.
Beheerderswachtwoord
Het beheerderswachtwoord beveiligt de configuratiegegevens die zijn opgeslagen in het programma
ThinkPad Setup. De configuratie van de computer kan uitsluitend worden gewijzigd door iemand die dit
wachtwoord kent. Het biedt de volgende bescherming:
• Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, wordt u om dit wachtwoord gevraagd zodra u probeert
het programma ThinkPad Setup te starten. Gebruikers die het wachtwoord niet kennen, krijgen geen
toegang tot de configuratiegegevens.
.
Hoofdstuk 4
Beveiliging
59