7. Klik op de tab Beeldscherm. Controleer aan de hand van de gegevens in het venster of het
beeldschermtype correct is. Is dat het geval, klik dan op OK om het venster te sluiten. Zo niet, ga
dan als volgt te werk:
8. Als er meer dan twee beeldschermtypen worden afgebeeld, kiest u Standaardmonitor.
9. Klik op Eigenschappen.
10. Klik op de tab Stuurprogramma.
11. Klik op Stuurprogramma bijwerken. De wizard voor het bijwerken van de hardware wordt afgebeeld.
12. Klik op Nee en klik daarna op Volgende.
13. Selecteer Ik wil zelf kiezen (Geavanceerd) en klik op Volgende.
14. Kies Niet zoeken. Ik bepaal zelf welk stuurprogramma ik wil installeren en klik op Volgende.
15. Schakel het selectievakje Compatibele hardware weergeven uit.
16. Selecteer de Fabrikant en het Model van het beeldscherm. Als u uw beeldscherm niet kunt vinden
in de lijst, breek dan de installatie van dit stuurprogramma af en gebruik het stuurprogramma dat bij
uw beeldscherm is geleverd.
17. Nadat u het stuurprogramma hebt bijgewerkt, klikt u op OK om het eigenschappenvenster te sluiten.
18. Stel de Resolutie en de Kleuren in het venster Beeldscherminstellingen.
19. Klik op OK.
Overwegingen bij het aansluiten van een extern beeldscherm
• Als u een besturingssysteem installeert, moet u het stuurprogramma voor uw beeldscherm installeren,
dat bij de computer wordt meegeleverd, plus het Monitor INF-bestand dat bij het externe beeldscherm
wordt meegeleverd.
• Als u een resolutie instelt die hoger is dan de resolutie die wordt ondersteund door het beeldscherm
van de ThinkPad, kunt u de functie Virtueel beeldscherm gebruiken, waarmee het mogelijk is een
schermafbeelding met een hogere resolutie dan het beeldscherm ondersteunt, toch op uw beeldscherm
te bekijken. U kunt andere gedeelten van het scherm bekijken door de schermafbeelding te verschuiven
met de TrackPoint of met een ander aanwijsapparaat.
• Als u een verouderd extern beeldscherm hebt aangesloten, zijn de resolutie en de verversingsfrequentie
daarvan waarschijnlijk beperkt.
De audiovoorzieningen gebruiken
Uw computer is uitgerust met de volgende audiovoorzieningen:
• Combo audioaansluiting, 3,5 mm in diameter
• Ingebouwde stereo luidsprekers
• Ingebouwde dubbele digitale microfoon
De computer beschikt tevens over een audiochip waarmee u kunt genieten van allerhande
multimediamogelijkheden:
• Compatibel met Intel
• Opnemen en weergeven van PCM- en WAV-bestanden in 16-bits of 24-bits indeling.
• Weergeven van WAV-bestanden met een samplefrequentie van 44.1KHz tot 192 kHz.
• Weergeven van MIDI-bestanden via een Wavetable-synthesizer onder Microsoft
Windows-besturingssystemen.
• Afspelen van MP3-bestanden met behulp van de Windows Media Player of een softwarematige
MP3-speler.
• Opnemen via verschillende geluidsbronnen, zoals een headset die is aangesloten op de combo
audioaansluiting van de computer.
®
High Definition Audio.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
45