netwerkverbinding hebt ingesteld, kunt u het hulpprogramma gebruiken om snel uw netwerkinstellingen
te wijzigen.
Draadloos-WAN-verbindingen gebruiken
Een draadloos WAN (Wide Area Network) maakt het mogelijk om draadloos verbinding te maken via
niet-lokale openbare of particuliere netwerken. Deze verbindingen kunnen worden onderhouden over grote
geografische gebieden, zoals steden of zelfs hele landen. Dit kan dankzij de aanwezigheid van antenne- en
satellietsystemen die worden onderhouden door serviceproviders van draadloze netwerken.
Sommige ThinkPad notebooks worden geleverd met een ingebouwde draadloos-WAN-kaart, waarin
bepaalde draadloos-WAN-technieken zijn geïntegreerd, zoals 1xEV-DO, HSPA, 3G of GPRS. Via die
kaart kunt u verbinding maken met internet en met het netwerk van uw bedrijf. Met het bijbehorende
configuratieprogramma stelt u de draadloos-WAN-verbinding in en bewaakt u de status ervan.
Opmerking: De draadloos-WAN-service is niet in alle landen beschikbaar. Waar deze service beschikbaar
is, wordt ze geleverd door van overheidswege goedgekeurde serviceproviders.
Om de draadloos-WAN-voorziening te gebruiken, start u Access Connections.
Opmerking: In China is het niet mogelijk om via Access Connections verbinding te maken met een
draadloos WAN.
Windows 7: Om de wizard van Access Connections te starten, leest u "Toegang tot programma´s krijgen in
Windows 7" op pagina 14 en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
Windows XP: Als u de wizard van Access Connections wil starten, klikt u op Start ➙ Alle programma´s ➙
ThinkVantage ➙ Access Connections. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm.
Bluetooth gebruiken
Windows 7
Als de computer is uitgerust met een geïntegreerde Bluetooth-functie, kunt u deze in- of uitschakelen door
op F9 te drukken. Als u op F9 drukt, wordt er een lijst van functies voor draadloze communicatie afgebeeld.
U kunt de Bluetooth-functies met één klik in- of uitschakelen.
Om een Bluetooth-apparaat te configureren of verbindingsinstellingen te beheren, kunt u gebruikmaken van
Bluetooth-apparaten in het Configuratiescherm.
1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm.
2. Klik op Hardware en geluid.
3. Klik op Apparaten en printers .
Doe het volgende om gegevens naar een Bluetooth-apparaat te sturen:
1. Klik met de rechtermuisknop op de apparaten die u wilt versturen.
2. Selecteer Verzenden naar ➙ Bluetooth-apparaten.
Raadpleeg de online Help-informatie van Windows.
Opmerking: Als u de functie voor draadloze communicatie (de standaard 802.11) op uw computer
tegelijkertijd gebruikt met een Bluetooth-optie, kan het zijn dat de transmissiesnelheid en de snelheid van de
draadloze communicatie lager worden.
36
Handboek voor de gebruiker