• Probleem: Het foutbericht voor een "bijna lege batterij" verschijnt en de computer gaat meteen uit.
Oplossing: De batterij is mogelijk te veel ontladen. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en
steek de stekker in het stopcontact.
• Probleem: Het beeldscherm van de computer blijft leeg nadat u op de Fn-toets hebt gedrukt om het
scherm uit de spaarstand te halen.
Oplossing: Ga na of er een extern beeldscherm is ontkoppeld of uitgeschakeld terwijl de computer in
de sluimerstand (Standby) stond. Als u een extern beeldscherm hebt ontkoppeld of uitgeschakeld,
sluit het dan weer aan of zet het weer aan voordat u de werking van de computer hervat vanuit de
spaarstand Standby. Als u de werking van de computer vanuit de sluimerstand wilt hervatten zonder
een extern beeldscherm aan te sluiten of aan te zetten, kunt u op F6 om het beeldscherm van de
computer te activeren.
• Probleem: De computer kan de sluimerstand (Standby) niet verlaten, of het systeemstatuslampje (het
verlichte ThinkPad-logo) knippert langzaam en de computer werkt niet.
Oplossing: Als het systeem niet ontwaakt uit de sluimerstand (Standby), kan dat komen omdat het
systeem automatisch in de sluimerstand (Standby) of de slaapstand is gekomen omdat de batterij leeg
was. Het Standbylampje geeft aan of dat zo is.
– Als het het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) langzaam knippert, staat de computer in de
sluimerstand (Standby). Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op Fn.
– Als het het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) uit is, staat de computer in de slaapstand of
helemaal uit. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op de aan/uit-knop.
Als het systeem de normale werking nog steeds niet hervat, is het wellicht vastgelopen. In dat geval
moet u een reset uitvoeren. Als u bepaalde gegevens nog niet hebt opgeslagen, gaan die waarschijnlijk
verloren. Om een reset uit te voeren, houdt u de aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt. Gaat het
systeem dan nog steeds niet uit, verwijder dan de wisselstroomadapter en de batterij.
• Probleem: De computer gaat niet naar de sluimerstand (Standby) of naar de slaapstand.
Oplossing: Controleer of er opties zijn geselecteerd die kunnen verhinderen dat de computer naar de
sluimerstand (Standby) of naar de slaapstand gaat.
Als de opdracht aan de computer om naar de spaarstand Standby te gaan niet wordt geaccepteerd, is
het mogelijk dat het apparaat dat is aangesloten op de USB-poort uitgeschakeld is. Als dit gebeurt,
ontkoppelt u het USB-apparaat en sluit u het weer aan.
• Probleem: De batterij loopt langzaam leeg terwijl de computer in de slaapstand staat.
Oplossing: Als de ontwaakfunctie ingeschakeld is, gebruikt de computer een klein beetje energie. Dit is
geen defect. Zie "Spaarstanden" op pagina 31 voor meer informatie.
Stations en andere opslagapparaten
Problemen met het vaste-schijfstation
• Probleem: Het vaste-schijfstation maakt af en toe een ratelend geluid.
Oplossing: Het ratelende geluid is te horen als:
– het vaste-schijfstation begint en stopt met het lezen van gegevens
– u het vaste-schijfstation optilt
–
u de computer optilt.
Dit is een normale eigenschap van het vaste-schijfstation en geen defect.
• Probleem: Het vaste-schijfstation werkt niet.
.
Hoofdstuk 10
Computerproblemen oplossen
149