Inhoudsopgave
Advertenties
13 Bedrijfsstoringen
Probleem
175
176
182
183
185
186
187
192
193
203
78
Mogelijke oorzaken
De oververhittingsbeschermschakelaar van
de hoofdverwarming is geactiveerd. Deze
melding wordt eventueel afgewisseld met
E176: ACOUT 02 open.
De oververhittingsbeschermschakelaar van
de hoofdverwarming is geactiveerd. Deze
melding wordt eventueel afgewisseld met
E175: ACOUT 01 open.
De netspanning is te laag, slechte
stroomvoorziening in het gebouw (bv. te
kleine installatie, beschadigd stopcontact,
meerdere apparaten aan een stopcontact
resp. zekering).
zie probleem 124
zie probleem 110
zie probleem 110
a) De ketelfilter "Drukontlasting" is verstopt.
Bij aansluiting aan de waterafvoer van het
gebouw:
Het afvoerwater kan niet wegstromen.
b) De afvoerslang geknikt of met
verzakkingen gelegd.
c) de sifon of de afvoerleiding van het
gebouw is verstopt.
Bij gebruik van de interne opslagtank:
a) De rechter kamer van de opslagtank
(voedingswater) moet voor de in afwachting
zijnde spoelbeurt voldoende met
voedingswater gevuld zijn.
Bij gebruik van een
waterbehandelingsinstallatie van MELAG:
b) Voor de aanstaande spoelbeurt moet
voldoende voedingswater voorzien zijn.
De linker kamer van de interne opslagtank
(afvoerwater) moet voor de aanstaande
spoelbeurt leeg zijn.
Er zijn geen opties voor de uitvoer van
protocollen ingesteld.
Wat kunt u doen?
1. Schakel de autoclaaf uit en druk de
resetknop overhittingsbescherming aan de
voorzijde van de autoclaaf rechts onder
(achter de afdekking) terug in.
2. Bevestig de storingsmelding.
3. Schakel de autoclaaf uit en opnieuw in en
voer ev. een lege sterilisatie uit. De autoclaaf
is dan opnieuw bedrijfsklaar.
1. Schakel de autoclaaf uit en druk de
resetknop overhittingsbescherming aan de
voorzijde van de autoclaaf rechts onder
(achter de afdekking) terug in.
2. Bevestig de storingsmelding.
3. Schakel de autoclaaf uit en opnieuw in en
voer ev. een lege sterilisatie uit. De autoclaaf
is dan opnieuw bedrijfsklaar.
Laat de installatie van het gebouw
controleren (bv. automatische zekeringen),
test de autoclaaf aan een ander stopcontact
resp. een ander stroomcircuit.
a) Neem de ketelfilter "Drukontlasting"
(achter in de steriliseerkamer, onderaan)
eruit en controleer of deze bijv.
doorverpakkingsresten/vuil is verstopt.
Reinig eventueel de ketelfilters.
Bij aansluiting van de waterafvoerleiding van
het gebouw:
b) Controleer de plaatsing van de
waterafvoerslang. Deze moet knikvrij, met
continu niveauverschil en zonder
verzakkingen gelegd zijn.
c) Controleer of de sifon van het gebouw
verstopt is. TIP: Als u meerdere apparaten
tegelijkertijd gebruikt, wordt aangeraden om
een extra sifon te installeren.
a) Controleer het waterpeil van het
voedingswater in de rechter kamer van de
interne opslagtank en vul evt. voedingswater
bij.
b) Controleer of de waterkraan voor de
waterbehandelingsinstallatie is geopend.
Wanneer u een MELAdem 47 gebruikt,
controleer dan ook of de kraan aan de
druktank is geopend.
LET OP! Gevaar voor ledigen via de
achterste noodoverloop! Controleer de
waterstand en ledig de linker kamer van de
interne opslagtank (afvoerwater) volledig.
Controleer de configuratie in het menu
Instellingen > Protocolering.
Advertenties
Inhoudsopgave
