Probleem
Mogelijke oorzaken
124
a) De Autoclaaf staat in een te warme
omgeving.
b) De minimumafstand tot de
omgevingsvlakken werden niet nageleefd.
De autoclaaf krijgt geen of te weinig
koellucht.
c) De autoclaaf is te vol.
d) De autoclaaf werd zonder inzet gebruikt
zodat de lading (vooral textiel) direct contact
heeft met de kamerwand.
e) De openingen voor het aanzuigen van
koellucht aan de onderzijde van de autoclaaf
zijn afgedekt.
f) De ketelfilters "Vacuüm" in de bodem van
de steriliseerkamer zijn vuil/verstopt.
125
zie probleem 124
126
zie probleem 124
127
zie probleem 124
131
a) De afvoerslang is geknikt of met groot
verdiepingen geplaatst.
b) De sifon is verstopt of de afvoerleiding van
het gebouw werkt niet goed.
c) Er zijn diverse sifons aangesloten aan
dezelfde sifon en hinderen elkaar bij de
afvoer.
d) De ketelfilter "Drukafvoer" is verstopt.
132
De autoclaaf is overladen of de lading is
ongunstig geplaatst.
133
zie probleem 124
136
a) De autoclaaf staat in een te warme
omgeving.
b) De verluchtingsspleten in de zijwanden
zijn dichtgemaakt of er staat iets tegen.
c) De autoclaaf is ingebouwd. De minimale
afstanden tot de omgevingsvlakken werden
niet gerespecteerd.
d) De deur werd na het laden of uitladen
open gelaten en er is hete stoom uit de
steriliseerkamer ontsnapt.
Wat kunt u doen?
a) De omgevingstemperatuur moet < 40 °C
bedragen. Aanbevolen wordt een
maximumtemperatuur van 25 °C.
b) Houdt de minimumafstand aan t.o.v. de
omgevingsvlakken (zie technisch handboek
[Technical Manual]).
c) Let op de maximaal toegelaten
laadhoeveelheden (zie
Programma
selecteren
[} pagina 27]). Voer eventueel
een vacuümtest door.
d) Gebruik de autoclaaf altijd met een inzet
en neem de aanwijzingen over laden in acht
(zie
Autoclaaf laden
[} pagina 23]).
e) controleer of de openingen voor het
aanzuigen van koellucht aan de onderzijde
van de autoclaaf zijn afgedekt en verwijderd
eventuele voorwerpen bijv. papier of
verpakkingsresten.
f) Neem de ketelfilters "Vacuüm" in de
bodem van de steriliseerkamer zijn vuil/
verstopt en controleer of deze bijv. door
papier of verpakkingsresten zijn vervuild of
verstopt. Reinig eventueel de ketelfilters.
a) Controleer de ligging van de afvoerslang.
Deze moet ongeknikt, met constant verval en
zonder verdiepingen geplaatst zijn.
b) Controleer of de sifon van het gebouw of
de afvoerleiding verstopt zijn.
c) Als u meer apparaten tegelijkertijd
gebruikt, wordt aangeraden om een extra
sifon te installeren.
d) Neem de ketelfilter "Drukontlasting" uit het
apparaat en controleer of deze bijv. door
verpakkingsrestanten vervuild/verstopt zijn.
Reinig eventueel de ketelfilters.
Neem de maximaal toegelaten
laadhoeveelheden in acht, (zie
laden
[} pagina 23]). Let erop dat de lading
geen direct contact met de
stoominlaatkoppen heeft of deze afdekt.
Schakel de autoclaaf uit en laat hem
ongeveer 1 uur afkoelen.
a) Let op de richtlijnen voor de
installatieplaats en op de maximale
omgevingstemperatuur (zie technisch
handboek [Technical Manual]).
b) Reinig de verluchtingsspleten en verwijder
eventuele voorwerpende die de spleten
afdekken.
c) Behoud de minimumafstand tot
omgevingsvlakken (zie technisch handboek
[Technical Manual]).
d) Sluit de deur telkens na in- en uitladen.
13 Bedrijfsstoringen
Autoclaaf
77