8 Protocollen opstellen
4.
Selecteer de editor en bevestig met "OK".
Ê
Daarna kunt u de bestanden met deze extensie openen door te dubbelklikken in Windows Editor.
Labelprinter als uitvoermedium
Het gebruik van een labelprinter maakt het mogelijk om de batch te traceren: Met vermelding van de steri-
liseerdatum, de opslagduur, het batchnummer, het gebruikers-ID van de persoon die de instrumenten voor
gebruik heeft vrijgegeven, de gebruikte autoclaaf alsook de bestandsnaam kunnen de gesteriliseerde in-
strumenten eenvoudig aan de patiënt en de sterilisatieopdracht worden toegekend. Op de ongeschonden
verpakkingen met het sterielgoed wordt na sterilisatie een etiket aangebracht. Hiermee voldoet de persoon
aan wie de voorbereiding werd toevertrouwd, aan de voorwaarden voor een correcte "vrijgave". Zo kan in
het patiëntdossier alle informatie over het correcte verloop van de sterilisatie aan de gebruikte instrumen-
ten worden toegekend.
MELAG 41 B+ 201741-B0112
05.04.2018 / 04.10.2018
Protocollen automatisch na programma-einde uitvoeren (Direct
uitgave)
Wanneer u een tekstprotocol en grafisch protocol (optioneel) onmiddellijk na afloop van een programma
automatisch wilt uitvoeren, gebruik dan de optie Direct uitgave. In de levertoestand is de onmiddellij-
ke uitvoer na het programma-einde van de tekst- en grafische protocollen via de CF-kaart geactiveerd.
Als het daarbij geselecteerde uitvoermedium niet aangesloten is, worden de protocollen in het interne ge-
heugen opgeslagen en wordt er een waarschuwing weergegeven. De autoclaaf biedt de uitvoer van deze
protocollen bij de volgende gelegenheid aan. Grafische protocollen kunnen niet in het interne geheugen
38
TIP
Opdat een verpakking waarop een etiket is aangebracht achteraf makkelijk zou kunne
worden toegekend aan een bepaalde batch, mogen de bestandsnamen van de
steriliseerprotocollen in geen geval een nieuwe naam krijgen.
Lading 03/00019
ID: 1001
Type, serienr.
Sterilisatiedatum/Opslagduur
Dagelijkse batches/totale batches
Gebruiker-ID
Bestandsnaam
Opslagduur