6-4. Storingen
Probleem
Geen uitgangsspanning voor het
lassen; het apparaat werkt totaal niet.
Geen lasspanning; indicatielampje
brandt.
Onregelmatige of onjuiste
lasuitgangsspanning.
Geen 115 V AC uitgangsspanning
op de optionele duplex contrastekker
en de 14–pens contrastekker.
Geen 230 V AC uitgangsspanning bij
de duplex contrastekker.
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij
de 14–pens contrastekker voor de
afstandsbediening.
Zet de werkschakelaar aan (zie Hoofdstuk 3-14).
Controleer zekering F1 en vervang hem indien nodig (zie Hoofdstuk 6-2).
Controleer de netzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of reset de automatische zekering
(zie Hoofdstuk 3-14).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Hoofdstuk 3-14).
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Hoofdstuk 3-4).
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur print PC1 nazien.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Hoofdstuk 3-7).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Wanneer u gebruik maakt van meerdere units, zorg dan dat alle units die zijn aangesloten met
klemmenstrook TE1 ingeschakeld zijn.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur print PC1 nazien.
Reset extra beveiliging CB1 (zie Hoofdstuk 3-11).
Reset extra beveiliging CB3 (zie Hoofdstuk 3-12).
Reset extra beveiliging CB2 (zie Hoofdstuk 6-3).
Oplossing
OM-246 011 Pagina 29