HOOFDSTUK 6 − ONDERHOUD EN STORINGEN
6-1. Routineonderhoud
n = Controleren
* Moet worden verricht door een door de fabriek erkend servicebedrijf
Elke 3
maan-
den
nl Labels
Elke 3
maan-
den
nΔ lKabels en snoeren
Elke 3
maan-
den
~:Lasklemmen
Elke 6
maan-
den
~:De binnenzijde schoonblazen
VERHELPEN
!
Z = Verversen
~ = Reinigen
l Onderdelen met barsten of
scheurtjes
Haal het apparaat van de voed-
ing vóór begin van het onder-
houd.
Δ = Repareren
Δ l Kabels met barsten of scheurtjes
.
Geef vaker een
onderhoudsbeurt als het
apparaat zwaar belast wordt.
l = Vervangen
OM-246 011 Pagina 27