•
Horizontale leiding en niet verticale leiding: maximale
beugelafstand 1 m. Bij trekvaste verbindingen bedraagt
de maximale beugelafstand 2 m. Verdeel lengten tussen
beugels gelijkmatig.
•
Verticale leiding: maximale beugelafstand 2m.
Verdeel lengten tussen beugels gelijkmatig.
•
Beugel het laatste element van de verbindingsleiding voor
de doorvoer/schacht. Indien dit laatste element een bocht
is, kan ook het voorliggende element gebeugeld worden.
•
Pas de voorgeschreven beugels van de fabrikant toe.
•
Voorkom het beschadigen van de afdichtringen door
haaks af te korten en te ontbramen. Bij trekvaste
verbindingen volg de instructies van de fabrikant.
•
Verboden te kitten, schuimen of plakken.
•
Gebruik geen vet, (zuurvrije) vaseline of olie.
•
Monteer spanningsvrij.
•
Mix geen elementen (componenten) van verschillende
materialen en/of fabricaten , anders dan toegelaten door
de fabrikant.
•
Enkelwandig kunststof rookgasafvoersysteem:
₋
Materiaal volgens EN 14471, P1, W.
₋
Maximale rookgastemperatuur 120°C
₋
Maximale leidinglengte per component 2 meter.
₋
Horizontale leiding en niet verticale leiding: bij iedere
verbinding 1 knellende beugel op mof, bij lengten
groter dan 1m op maximum iedere meter niet knellende
beugel.
₋
Verdeel lengten tussen vaste beugels gelijkmatig.
₋
Controleer bij schachtaansluitingen of de leiding niet
geblokkeerd is, of de leiding onbeschadigd is, of de
leiding onder het juiste afschot is geïnstalleerd.
Maak duidelijk wat de rookgasafvoer/luchttoevoer is,
controleer of de stompen minimaal 50mm uit de
schacht steken.
₋
Verbindingen nooit borgen met schroeven.
₋
Houdt rekening met het uitzetten van kunststoffen.
Schuif kunststof pijpen in elkaar en trek ze terug
om uitzetting toe te staan. 10mm volstaat voor een
pijplengten tot en met 2 meter. De minimale insteek-
lengte van moffen en spie- einden is 40mm.
•
Enkelwandig metalen rookgasafvoersysteem:
₋
Materiaal volgens EN 1856-1/2, P1, W.
₋
Aluminium (dikwandig) of roestvast staal.
₋
Maximale rookgastemperatuur 200°C.
₋
Controleer bij schachtaansluitingen of de leiding niet
geblokkeerd is, of de leiding onbeschadigd is, of de
leiding onder het juiste afschot is geïnstalleerd. Maak
duidelijk wat de rookgasafvoer/luchttoevoer is,
controleer of de stompen minimaal 50mm uit de
schacht steken.
₋
Verbindingen nooit borgen met schroeven.
₋
De minimale insteeklengte van moffen en spie-einden
is 40mm.
|
10
•
Enkelwandig metalen rookgasafvoersysteem in
schachten:
₋
Aluminium (dikwandig) of roestvast staal.
₋
Maximale rookgastemperatuur 200°C.
₋
Horizontale leiding : deze leiding dient voldoende
uit de schachtwand te steken zodat brandwerende
voorzieningen aangebracht kunnen worden en er nog
50mm omsteek mogelijk is voor de aansluitleiding van
het toestel.
₋
Verticale leiding: maximale beugelafstand 3m. Verdeel
eventueel lengten tussen beugels gelijkmatig. Bij
trekvaste verbindingen maximaal de afstand volgens
instructies van de fabrikant.
₋
Voorkom verslepingen in schachten. Beugel iedere
bocht op de mof: maximale beugelafstand 1m.
Bij trekvaste verbindingen maximaal de afstand vol-
gens instructies van de fabrikant.
₋
Verbindingen nooit borgen met schroeven.
₋
De minimale insteeklengte van moffen en spie-einden
is 40mm.
•
Concentrisch rookgasafvoersysteem:
₋
Aluminium (dikwandig) of roestvast stalen binnenpijp.
₋
Aluminium (dikwandig), roestvast stalen of kunststof
buitenpijp.
₋
Maximale rookgastemperatuur 120 °C voor kunststof
binnenpijp en 200°C voor metalen binnenpijp.
₋
Controleer bij schachtaansluitingen of de leiding niet
geblokkeerd is, of de leiding onbeschadigd is, of de
leiding onder het juiste afschot is geïnstalleerd. Maak
duidelijk wat de rookgasafvoer/luchttoevoer is,
controleer of de stompen minimaal 50mm uit de
schacht steken.
₋
Verbindingen van de buitenpijp mogen geborgd
worden met schroeven. Gebruik bij een kunststof
buitenpijp uitsluitend door de fabrikant
voorgeschreven schroeven.
₋
Steek de componenten maximaal in elkaar.
1.9. Eisen luchttoevoersysteem cv
•
Het luchttoevoersysteem moet voldoen aan de geldende
voorschriften.
•
Aluminium, roestvast stalen of kunststof.
•
Het luchttoevoersysteem van en naar buiten moet bij
horizontale kanalen altijd op afschot naar buiten worden
geleid om inregenen te voorkomen. Houd hierbij 3 mm per
meter kanaallengte aan. Zorg er bij een verticaal lucht-
aanvoerkanaal voor dat er geen regenwater in terecht kan
komen.
•
Houdt bij een kunststof luchttoevoersysteem een
minimale afstand van 35 mm tot het rookgas-
afvoersysteem in acht.
•
Beugel iedere bocht op de mof, met uitzondering bij
aansluiting aan toestel:
₋
Indien de verbindingsleiding voor en na de eerste
bocht korter is dan 0.25 m, dan kan de beugel bij de
eerste bocht achterwege blijven.
₋
De eerste beugel wordt in ieder geval geplaatst op
maximaal 0.5 m vanaf het toestel.
•
Horizontale leiding en niet verticale leiding: maximale
beugelafstand 1 m. Bij trekvaste verbindingen bedraagt
de maximale beugelafstand 2 m. Verdeel lengten tussen
beugels gelijkmatig.
•
Verticale leiding: maximale beugelafstand 2m. Verdeel
lengten tussen beugels gelijkmatig.
•
Controleer bij schachtaansluitingen of de leiding niet
geblokkeerd is, of de leiding onbeschadigd is, of de
leiding onder het juiste afschot is geïnstalleerd. Maak
duidelijk wat de rookgasafvoer/luchttoevoer is, controleer
of de stompen minimaal 50mm uit de schacht steken.
•
Beugel het laatste element van de verbindingsleiding voor
de doorvoer/schacht. Indien dit laatste element een bocht
is, kan ook het voorliggende element gebeugeld worden.
•
Pas de voorgeschreven beugels van de fabrikant toe.
•
Voorkom het beschadigen van de afdichtringen door
haaks af te korten en te ontbramen. Bij trekvaste
verbindingen volg de instructies van de fabrikant.
•
Metalen verbindingen mogen geborgd worden met
schroeven. Dit is niet toegestaan bij kunststof
verbindingen.
•
Waarborg de gasdichtheid door componenten te
gebruiken voorzien van een afdichting.
•
Gebruik geen vet, (zuurvrije) vaseline of olie.
•
Houdt rekening met het uitzetten van kunststoffen. Schuif
kunststof pijpen in elkaar en trek ze terug om uitzetting toe
te staan. 10mm volstaat voor een pijplengten tot en met 2
meter. De minimale insteeklengte van moffen en
spie-einden is 40mm.
•
Monteer spanningsvrij.
•
Mix geen elementen (componenten) van verschillende
materialen en/of fabricaten , anders dan toegelaten door
de fabrikant.
•
Luchttoevoersysteem in schachten:
₋
Verbindingen mogen geborgd worden met schroeven
of lijmen.
|
11