5.5.1. Controle gasvoordruk
5.5.1. Controle gasvoordruk
5.5.1. Controle gasvoordruk
Voordruk / Ontluchten
Voordruk / Ontluchten
a) Draai de schroef van de meetnippel op het gasblok los.
b) Plaats de meetslang over de meetnippel.
a. Draai de schroef van de meetnippel op het gasblok los.
c) Meet de gasvoordruk tijdens branden op h h o o o o g g s s t t a a n n d d [Menu –
b. Plaats de meetslang over de meetnippel.
Servicemenu – Ionisatiestroom -
H H O O O O G G V V E E R R M M O O G G E E N N
].
c. Meet de gasvoordruk tijdens branden op hoogstand
Voordruk / Ontluchten
Gasvoordruk
[Menu – Servicemenu – Ionisatiestroom - HOOG
a) Draai de schroef van de meetnippel op het gasblok los.
VERMOGEN].
min.
nom.
max.
b) Plaats de meetslang over de meetnippel.
Gassoort
[mbar]
[mbar]
[mbar]
Gasvoordruk
c) Meet de gasvoordruk tijdens branden op h h o o o o g g s s t t a a n n d d [Menu –
G G 2 2 0 0 ( ( H H - - g g a a s s ) )
17
20
30
min.
nom.
max.
Servicemenu – Ionisatiestroom -
H H O O O O G G V V E E R R M M O O G G E E N N
].
Gassoort
G G 2 2 5 5 ( ( L L - - g g a a s s ) )
[mbar]
20
[mbar]
25
[mbar]
35
Gasvoordruk
G G 3 3 1 1 ( ( P P r r o o p p a a a a n n ) )
G20 (H-gas)
17
25
20
37
45
30
min.
nom.
max.
G25 (L-gas)
20
25
35
Gassoort
[mbar]
[mbar]
[mbar]
G31 (Propaan)
25
37
45
d) Is de gasvoordruk niet juist? Controleer en herstel de
G G 2 2 0 0 ( ( H H - - g g a a s s ) )
17
20
30
d. Is de gasvoordruk niet juist? Controleer en herstel de
gastoevoer (leiding en gasmeter).
G G 2 2 5 5 ( ( L L - - g g a a s s ) )
20
25
35
gastoevoer (leiding en gasmeter).
e) Verwijder de meetslang.
G G 3 3 1 1 ( ( P P r r o o p p a a a a n n ) )
25
37
45
e. Verwijder de meetslang.
f)
Draai de schroef van de meetnippel weer dicht.
f.
Draai de schroef van de meetnippel weer dicht.
d) Is de gasvoordruk niet juist? Controleer en herstel de
gastoevoer (leiding en gasmeter).
e) Verwijder de meetslang.
f)
Draai de schroef van de meetnippel weer dicht.
70
|
68
5.5.2. Controle O
-percentage rookgassen
2
5.5.2. Controle O2-percentage rookgassen
ä
Waarschuwing!
Waarschuwing!
De regeling van het O
-percentage, het gasverbruik, het
De regeling van het O
-percentage, het gasverbruik, het
2
2
luchtverbruik en de lucht/gas-toevoer worden af fabriek
5.5.2. Controle O2-percentage rookgassen
luchtverbruik en de lucht/gas-toevoer worden af fabriek
ingesteld en mogen in België niet worden gewijzigd.
ingesteld en mogen in België niet worden gewijzigd.
Neem bij grote afwijkingen contact op met Van Marcke.
Neem bij grote afwijkingen contact op met Itho Daalderop.
ä
Waarschuwing!
De regeling van het O
-percentage, het gasverbruik, het
Opmerking
2
Opmerking
luchtverbruik en de lucht/gas-toevoer worden af fabriek
Wanneer het toestel niet warm genoeg is kan het langer
Wanneer het toestel niet warm genoeg is kan het langer duren
ingesteld en mogen in België niet worden gewijzigd.
duren dan 3 minuten om een stabiele waarde te meten.
dan 3 minuten om een stabiele waarde te meten.
Neem bij grote afwijkingen contact op met Itho Daalderop.
Tip
Opmerking
Tip
Het kan voorkomen dat de cv-aanvoertemperatuur hoger is dan
Wanneer het toestel niet warm genoeg is kan het langer duren
Het kan voorkomen dat de cv-aanvoertemperatuur hoger
is ingesteld in het servicemenu, waardoor het toestel zal
dan 3 minuten om een stabiele waarde te meten.
is dan is ingesteld in het servicemenu, waardoor het toe-
uitschakelen.
stel zal uitschakelen.
Verhoog indien nodig voor de meting tijdelijk de cv-temperatuur
Verhoog indien nodig voor de meting tijdelijk de cv-tem-
Tip
[Menu – Servicemenu – Instellingen –
C C V V T T E E M M P P E E R R A A T T U U U U R R
].
peratuur [Menu – Servicemenu – Instellingen – CV TEMPE-
Indien de cv-aanvoertemperatuur nog steeds te hoog blijft dan
Het kan voorkomen dat de cv-aanvoertemperatuur hoger is dan
RATUUR].
de connector van de flowsensor losmaken en de
is ingesteld in het servicemenu, waardoor het toestel zal
Indien de cv-aanvoertemperatuur nog steeds te hoog
warmwaterkraan open zetten. Na de meting meteen de
uitschakelen.
blijft dan de connector van de flowsensor losmaken en
warmwaterkraan dicht zetten en de flowsensor weer aansluiten
Verhoog indien nodig voor de meting tijdelijk de cv-temperatuur
de warmwaterkraan open zetten. Na de meting meteen
op de losgemaakte connector.
[Menu – Servicemenu – Instellingen –
C C V V T T E E M M P P E E R R A A T T U U U U R R
].
de warmwaterkraan dicht zetten en de flowsensor weer
Indien de cv-aanvoertemperatuur nog steeds te hoog blijft dan
aansluiten op de losgemaakte connector.
Beschikt u over een meetapparaat met een nauwkeurigheid ˂ 0,25%
de connector van de flowsensor losmaken en de
O
, dan kunt u het percentage van de rookgassen controleren.
warmwaterkraan open zetten. Na de meting meteen de
2
warmwaterkraan dicht zetten en de flowsensor weer aansluiten
a) Verwijder de schroefdop van de meetnippel van de rookgasbuis.
Beschikt u over een meetapparaat met een nauwkeurigheid
op de losgemaakte connector.
< 0,25% O
, dan kunt u het percentage van de rookgassen
2
controleren.
Beschikt u over een meetapparaat met een nauwkeurigheid ˂ 0,25%
a. Verwijder de schroefdop van de meetnippel van de rook-
O
, dan kunt u het percentage van de rookgassen controleren.
2
gasbuis.
a) Verwijder de schroefdop van de meetnippel van de rookgasbuis.
b) Meet eerst het percentage O
(*)
op h h o o o o g g s s t t a a n n d d tot de waarde
2
stabiel blijft [Menu – Servicemenu – Ionisatiestroom -
H H O O O O G G
V V E E R R M M O O G G E E N N
].
b. Meet eerst het percentage O
op hoogstand tot de waar-
2
b) Meet eerst het percentage O
op h h o o o o g g s s t t a a n n d d tot de waarde
de (*) stabiel blijft [Menu – Servicemenu – Ionisatiestroom
2
- HOOG VERMOGEN].
stabiel blijft [Menu – Servicemenu – Ionisatiestroom -
H H O O O O G G
V V E E R R M M O O G G E E N N
].
IONISATIESTROOM
IONISATIESTROOM
IONISATIESTROOM
Laag vermogen
Laag vermogen
Laag vermogen
Hoog vermogen
Hoog vermogen
Hoog vermogen
4.9 µA
4.9 µA
4.9 µA
c. Daarna kunt u het percentage O
c) Daarna kunt u het percentage O
c) Daarna kunt u het percentage O
c) Daarna kunt u het percentage O
de waarde (*) stabiel blijft [Menu – Servicemenu – Ionisa-
(*)
waarde
stabiel blijft [Menu – Servicemenu – Ionisatiestroom -
tiestroom - LAAG VERMOGEN].
(*)
(*)
waarde
waarde
stabiel blijft [Menu – Servicemenu – Ionisatiestroom -
stabiel blijft [Menu – Servicemenu – Ionisatiestroom -
L L A A A A G G V V E E R R M M O O G G E E N N
].
L L A A A A G G V V E E R R M M O O G G E E N N
L L A A A A G G V V E E R R M M O O G G E E N N
].
].
IONISATIESTROOM
IONISATIESTROOM
IONISATIESTROOM
Laag vermogen
Laag vermogen
Laag vermogen
Hoog vermogen
Hoog vermogen
Hoog vermogen
4.9 µA
4.9 µA
4.9 µA
d. Indien de waarden afwijken dient het gasregelblok
d) Indien de waarden afwijken dient het gasregelblok opnieuw
opnieuw afgesteld te worden. Neem contact op met
d) Indien de waarden afwijken dient het gasregelblok opnieuw
d) Indien de waarden afwijken dient het gasregelblok opnieuw
Van Marcke Service.
afgesteld te worden. Neem contact op met Itho Daalderop.
afgesteld te worden. Neem contact op met Itho Daalderop.
afgesteld te worden. Neem contact op met Itho Daalderop.
e. Noteer de gemeten waarde in de servicetabel van dit
e) Noteer de gemeten waarde in de servicetabel van dit document.
e) Noteer de gemeten waarde in de servicetabel van dit document.
e) Noteer de gemeten waarde in de servicetabel van dit document.
document.
f)
Plaats na de meting de schroefdop weer terug op de meetnippel
f)
Plaats na de meting de schroefdop weer terug op de meetnippel
f)
Plaats na de meting de schroefdop weer terug op de meetnippel
van de rookgasbuis en draai deze goed aan.
f.
Plaats na de meting de schroefdop weer terug op de
van de rookgasbuis en draai deze goed aan.
van de rookgasbuis en draai deze goed aan.
meetnippel van de rookgasbuis en draai deze goed aan.
*) De gemeten waarden dienen binnen de grenzen te liggen zoals vermeld in
*) De gemeten waarden dienen binnen de grenzen te liggen zoals vermeld in
*) De gemeten waarden dienen binnen de grenzen te liggen zoals vermeld in
*) De gemeten waarden dienen binnen de grenzen te liggen zoals
onderstaande tabel.
vermeld in onderstaande tabel.
onderstaande tabel.
onderstaande tabel.
O
Grenzen (%) - G20 (H-gas)
2
O
Grenzen (%) - G
(H-gas)
O
Grenzen (%) - G20 (H-gas)
O
2
Grenzen (%) - G20 (H-gas)
2
20
2
Hoog
Cube Duo
Cube One
vermogen
Cube One
Cube One
2 2 4 4 k k W W
24 kW
4,2 ±0,4
2 2 4 4 k k W W
2 2 4 4 k k W W
3 3 0 0 k k W W
30 kW
4,2 ±0,4
3 3 0 0 k k W W
3 3 0 0 k k W W
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
Het toestel is af fabriek ingesteld met G20.
Het toestel is af fabriek ingesteld met G20.
Het toestel is af fabriek ingesteld met G20.
Het toestel is af fabriek ingesteld met G20.
O
Grenzen (%) - G
(Propaan)
2
31
O
Grenzen (%) - G31 (Propaan)
2
Hoog
Cube Duo
O
Grenzen (%) - G31 (Propaan)
vermogen
2
O
Grenzen (%) - G31 (Propaan)
2
24 kW
5,0 ±0,3
Cube One
Cube One
30 kW
5,0 ±0,3
Cube One
2 2 4 4 k k W W
2 2 4 4 k k W W
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
2 2 4 4 k k W W
3 3 0 0 k k W W
3 3 0 0 k k W W
De comforteigenschappen van het toestel, zoals vastgesteld
3 3 0 0 k k W W
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
door de keuringsinstantie, zijn door gebruik van propaan (G31) niet
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
De comforteigenschappen van het toestel, zoals vastgesteld door de
gewaarborgd
De comforteigenschappen van het toestel, zoals vastgesteld door de
keuringsinstantie, zijn door gebruik van propaan (G31) niet
De comforteigenschappen van het toestel, zoals vastgesteld door de
keuringsinstantie, zijn door gebruik van propaan (G31) niet
keuringsinstantie, zijn door gebruik van propaan (G31) niet
gewaarborgd.
gewaarborgd.
gewaarborgd.
(*)
op laagstand meten tot
op l l a a a a g g s s t t a a n n d d meten tot de
2
2
op l l a a a a g g s s t t a a n n d d meten tot de
op l l a a a a g g s s t t a a n n d d meten tot de
2
2
Meetpunt uitgaande gasdruk (negatieve offset)
Meetpunt uitgaande gasdruk (negatieve offset)
Meetpunt uitgaande gasdruk (negatieve offset)
Meetpunt uitgaande gasdruk (negatieve offset)
5.6. Controle warm water
5.6. Controle warm water
5.6. Controle warm water
5.6. Controle warm water
Tip
Tip
Tip
Indien enkel koud water uit de kraan stroomt, controleer dan of
Indien enkel koud water uit de kraan stroomt, controleer dan of
Indien enkel koud water uit de kraan stroomt, controleer dan of
de functie
Tip
W W A A R R M M W W A A T T E E R R
Hoog
Laag
de functie
W W A A R R M M W W A A T T E E R R
Laag
de functie
W W A A R R M M W W A A T T E E R R
Hoog
Laag
Hoog
Laag
vermogen
vermogen
vermogen
Indien enkel koud water uit de kraan stroomt, controleer
Om te controleren of het toestel warm water levert moeten de
vermogen
vermogen
vermogen
vermogen
4,2 ±0,4
5,4 ±0,4
dan of de functie WARM WATER is uitgeschakeld.
5,4 ±0,4
Om te controleren of het toestel warm water levert moeten de
Om te controleren of het toestel warm water levert moeten de
volgende handelingen verricht worden
4,2 ±0,4
5,4 ±0,4
4,2 ±0,4
5,4 ±0,4
4,2 ±0,4
5,4 ±0,4
5,4 ±0,4
volgende handelingen verricht worden
volgende handelingen verricht worden
4,2 ±0,4
5,4 ±0,4
a) Draai een warm waterkraan open.
4,2 ±0,4
5,4 ±0,4
a) Draai een warm waterkraan open.
a) Draai een warm waterkraan open.
b) Meet na 1 minuut de watertemperatuur.
Om te controleren of het toestel warm water levert moeten de
b) Meet na 1 minuut de watertemperatuur.
b) Meet na 1 minuut de watertemperatuur.
volgende handelingen verricht worden
De temperatuur van het uitstromende water is afhankelijk van de
De temperatuur van het uitstromende water is afhankelijk van de
a. Draai een warm waterkraan open.
De temperatuur van het uitstromende water is afhankelijk van de
gekozen temperatuurinstelling en moet minimaal 55°C of hoger zijn.
Laag
gekozen temperatuurinstelling en moet minimaal 55°C of hoger zijn.
b. Meet na 1 minuut de watertemperatuur.
gekozen temperatuurinstelling en moet minimaal 55°C of hoger zijn.
vermogen
Hoog
Laag
Hoog
Laag
6,7 ±0,3
vermogen
Hoog
vermogen
Laag
De temperatuur van het uitstromende water is afhankelijk van de
vermogen
vermogen
6,7 ±0,3
vermogen
5,0 ±0,3
vermogen
6,7 ±0,3
gekozen temperatuurinstelling en moet minimaal 55°C of hoger zijn.
5,0 ±0,3
6,7 ±0,3
5,0 ±0,3
5,0 ±0,3
6,7 ±0,3
6,7 ±0,3
5,0 ±0,3
6,7 ±0,3
5,0 ±0,3
6,7 ±0,3
is uitgeschakeld.
is uitgeschakeld.
is uitgeschakeld.
71
71
71
|
69