Fasefout. Stekker omkeren.
B10
Er wordt een verkeerde fase gedetecteerd.
Oorzaak
a.
De stekker is verkeerd in de wandcontactdoos gestoken
b.
De wandcontactdoos heeft geen penaarde
c.
De aardedraad van de brander is los.
d. De regelunit functioneert niet goed of is defect.
Reset fout.
B12
Reset te snel of te vaak achter elkaar ingedrukt.
Oorzaak
a.
Reset te snel of te vaak achter elkaar ingedrukt.
b.
De regelunit functioneert niet goed of is defect.
Toestelbewaking. WW geen temp toename.
B14
De warmwatertemperatuur stijgt niet.
Oorzaak
a.
De warm-en koudwateraansluitingen zijn verkeerd om aange-
sloten.
b.
De voordruk van het koude water staat te hoog afgesteld.
c.
De sensor voor het koud water functioneert niet goed of is
defect.
d. Het tapdebiet over het toestel is te hoog.
e.
Het toestel haalt het maximale vermogen voor het warme water
niet.
f.
Er is weerstand in het rookgaskanaal.
|
86
Oplossing
•
Neem de stekker uit de wandcontactdoos, draai de stekker om
en steek hem terug in de wandcontactdoos.
•
Vervang de wandcontactdoos door een wandcontactdoos met
penaarde
•
Maak de aardedraad vast.
•
Controleer en vervang zonodig de bekabeling en/of de connec-
toren op de regelunit.
•
Vervang de regelprint.
Oplossing
•
U dient enige minuten te wachten maar hoeft geen actie te
ondernemen.
•
Controleer het toestel op bekabeling en connectoren en corri-
geer zonodig.
Oplossing
•
Sluit de warm- en koudwateraansluitingen correct aan.
•
Stel de voordruk correct in.
•
Controleer de sensor op bekabeling en connectoren en corri-
geer zonodig.
•
Vervang de sensor.
•
Stel het debiet correct in.
•
Controleer de externe pomp.
•
Controleer het rookgaskanaal.
Toesteltype fout. Stel correct type in
B22
Het toestel wordt niet herkend.
Oorzaak
a.
Het juiste type toestel is niet geselecteerd.
b.
De flow-sensor functioneert niet goed of is defect.
c.
De selectieweerstanden zijn defect.
d. De regelunit functioneert niet goed of is defect.
CV-druk te laag. Water bijvullen.
B25
De waterdruk van het verwarmingssysteem is tijdens bedrijf 0,5 bar of lager, of tijdens opstart 1 bar of lager waardoor het toestel
wordt geblokkeerd en niet zal branden.
Oorzaak
a.
Het verwarmingssysteem is met een te lage waterdruk gevuld.
b.
Het toestel lekt water.
c.
De druksensor is defect.
d. De regelunit functioneert niet goed of is defect.
Oplossing
•
Stel het type toestel correct in.
•
Controleer de sensor op bekabeling en connectoren en corri-
geer zonodig.
•
Controleer de weerstand van de sensor en vervang indien nodig
de sensor.
•
Vervang de selectieweerstand.
•
Controleer het toestel op bekabeling en connectoren en corri-
geer zonodig.
•
Vervang de regelunit.
Oplossing
•
Vul het systeem tot aan de gewenste waarde.
•
Controleer het toestel op lekkages en los die op.en connecto-
ren en corrigeer zonodig.
•
Vervang de druksensor.
•
Controleer het toestel op bekabeling en connectoren en corri-
geer zonodig.
•
Vervang de regelunit.
|
87