Inhoudsopgave
Advertenties
7.3. Diagnose
Waarschuwing!
Verwijder nooit de mantel van het toestel!
Op bepaalde onderdelen staat elektrische spanning.
Tip
Een storingsvrij toestel zal pas in bedrijf kunnen komen,
als er een warmtevraag is.
Dit betekent dat de thermostaat voldoende hoog moet
worden ingesteld of dat een warm waterkraan geopend
moet worden.
Tip
Sommige meldingen zijn van tijdelijke aard. Wacht mi-
nimaal 1 uur voordat u contact opneemt met een erkend
installateur of serviceorganisatie omdat een aantal fouten
binnen dit tijdsbestek vanzelf verdwijnen!
Volg de eventuele instructie zoals gegeven op het display.
7.3.1. Wat kunt u zelf controleren bij een storing?
•
Is de kamerthermostaat juist ingesteld?
•
Is de kraan van de inlaatcombinatie geopend?
•
Staat de gaskraan open?
•
Zijn de radiatorkranen geopend?
•
Is de waterdruk van het verwarmingssysteem tussen de
1 en de 3 bar?
•
Is het verwarmingssysteem goed ontlucht?
•
Is de warm waterfunctie ingeschakeld?
7.3.2. Wat te doen bij een storing?
Tip
Een storingsvrij toestel zal pas in bedrijf kunnen komen,
als er een warmtevraag is. Dit betekent dat de thermo-
staat voldoende hoog moet worden ingesteld of dat een
warm waterkraan geopend moet worden.
Aan veel van de functioneringsfouten die optreden zodra
het toestel in bedrijf wordt gesteld, liggen de onderstaande
oorzaken mogelijk ten grondslag:
•
Er staan geen of onvoldoende radiatorkranen open.
•
Het verwarmingscircuit is niet goed ontlucht.
•
De drukverschilregelaar staat dicht of is niet goed
afgesteld.
•
De systeemdruk te laag of te hoog.
•
De gasleiding is niet goed ontlucht.
|
80
•
De gaskraan staat dicht.
•
De warmwaterfunctie is uitgeschakeld.
•
De inlaatcombinatiekraan staat dicht.
In veel gevallen zal het toestel na een reset weer normaal
functioneren, maar in sommige gevallen blijft de storing
bestaan en moet deze eerst verholpen worden.
a. Controleer eerst aan de hand van de melding in het display
of één van bovenstaande mogelijkheden de oorzaak is van
de storing.
b. Druk 1 à 2 maal op de RESET-toets. Blijft het toestel in
storing, probeer het dan na 5 minuten nog eens.
c. Blijft het toestel in storing of treedt dezelfde storing
meerdere malen op, raadpleeg dan de diagnosetabellen.
7.4. Diagnose van meldingen
7.4.1. Waarschuwingsmeldingen
W10
Cv-druk te hoog
Het systeem detecteert een te hoge cv-druk.
Oorzaak
a.
Het expansievat is onjuist gemonteerd.
b.
Het expansievat is defect.
c.
De druksensor is defect.
d. Het overstortventiel functioneert niet goed.
e.
Er is een lekkage van tapwater naar het cv-circuit.
Sensorfout. Buitenvoeler.
W20
Het systeem detecteert geen buitenvoeler.
Oorzaak
a.
De kabel van de buitenvoeler is los of niet goed ingestoken.
b.
De kabel van de buitenvoeler is beschadigd of defect.
c.
Er is een onjuiste buitenvoeler gemonteerd.
d. De buitenvoeler is defect.
e.
Een (of meerdere) insteekcontact(en) is/ zijn niet goed ingesto-
ken of beschadigd.
f.
De kabelboom in het toestel is beschadigd.
g.
Geen OpenTherm gedetecteerd.
W25
LT zone. Lekkende klep
Klep sluit niet goed af.
Oorzaak
a.
De 2-weg zoneklep is vervuild.
b.
De 2-weg zoneklep blijft open staan.
LT zone. Temperatuur te hoog
W30
Cv-aanvoertemperatuur LT te hoog. De melding zal zich iedere 20 minuten automatisch resetten totdat de cv-aanvoertemperatuur
juist is.
Oorzaak
a.
De sensor functioneert niet goed of is defect.
b.
Temperatuursensor klep functioneert niet goed of is defect.
c.
De warmte-energie van de HT zone is te groot of onvoldoende
afgestaan waardoor, bij warmtevraag in de LT zone, de cvaan-
voertemperatuur te lang, te hoog blijft.
Oplossing
•
Monteer het expansievat correct.
•
Vervang het expansievat.
•
Vervang de druksensor.
•
Vervang het overstortventiel
•
Vervang de warmtewisselaar.
Oplossing
•
Monteer de kabel correct.
•
Monteer een nieuwe kabel.
•
Monteer de juiste buitenvoeler.
•
Monteer een nieuwe buitenvoeler.
•
Herstel het/de contact(en).
•
Monteer een nieuwe kabelboom.
•
Indien er geen buitenvoeler maar wel een OpenTherm is geïn-
stalleerd in het servicemenu de buitenvoeler uitschakelen.
Oplossing
•
Maak de klep schoon.
•
Vervang indien nodig de 2-weg zoneklep.
•
Controleer de positie van de klep en vervang indien nodig de
2-weg zoneklep.
•
Controleer de bekabeling en vervang indien nodig de bekabe-
ling.
Oplossing
•
Controleer de weerstand van de sensor en vervang indien nodig
de sensor.
•
Controleer de bekabeling en vervang indien nodig de bekabe-
ling.
•
Controleer de weerstand van de sensor en vervang indien nodig
de sensor.
•
Controleer de bekabeling en vervang indien nodig de bekabe-
ling.
•
Verlaag de cv-aanvoertemperatuur voor de HT zone (CV HT
TEMPERATUUR).
•
Verhoog de bewakingstemperatuur van de LT zone (CV LT
BEWAKING).
•
Neem contact op met Van Marcke indien deze melding regelma-
tig verschijnt.
|
81
Advertenties
Inhoudsopgave
