Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Open Opstelling B23; Gesloten Opstelling C13; Gesloten Opstelling C33; Gesloten Opstelling C43 - intersan Cube Duo Bedienings- En Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.9.2. Open opstelling B
23
Afvoergebonden open toestel zonder trekonderbreker/
valwindafleider; ventilator in verbrandingslucht
(voor verbrandingskamer).
Opmerking
Wanneer het toestel wordt uitgevoerd als type B
met
23
open lucht aanvoersysteem voldoet het toestel niet aan
de IPX4D beschermingsgraad. Om te voldoen moet
het lucht aanvoerkanaal worden voorzien van twee
90°-bochten, waarbij de tweede bocht (vanaf het toestel
gezien) naar beneden is gericht!
Zie Berekenen kanaallengte op pagina 37 voor de lengte
van de luchttoevoer en/of rookgasafvoer.
3.9.3. Gesloten opstelling C
13
Gesloten toestel met horizontale luchttoevoer en rookgas-
afvoer; ventilator in verbrandingslucht (voor verbrandingska-
mer).
Indien de uitmonding van de rookgasafvoer zich op minder
dan 1,80 m van de grond bevindt, moet bescherming
worden aangebracht.
De uitmonding van de eindstukken van afzonderlijke
kanalen moeten binnen een vierkant met zijde 50 cm liggen.
Zie Berekenen kanaallengte op pagina 37 voor de lengte
van de luchttoevoer en/of rookgasafvoer.
3.9.4. Gesloten opstelling C
33
Gesloten toestel met verticale luchttoevoer en rookgas-
afvoer; ventilator in verbrandingslucht (voor verbrandings-
kamer).
Indien de uitmonding van de rookgasafvoer zich op minder
dan 1,80 m van de grond bevindt, moet bescherming
worden aangebracht.
De uitmonding van de eindstukken van afzonderlijke
kanalen moeten binnen een vierkant met zijde 50 cm
liggen en de afstand tussen de uitmondingsvlakken
(luchtinlaat en rookgasafvoer) is niet groter dan 50 cm.
Zie berekenen kanaallengte op pagina 37 voor de lengte
van de luchttoevoer en/of rookgasafvoer.
|
34
3.9.5. Gesloten opstelling C
43
Gesloten toestel aangesloten op een collectief leidingsys-
teem (CLV onderdruksysteem) met een natuurlijk werkend
gecombineerde luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem;
ventilator in verbrandingslucht (voor verbrandingskamer).
Condensaat afkomstig uit het gemeenschappelijke
rookgasafvoerkanaal mag niet via het cv-toestel worden
afgevoerd. Het gemeenschappelijke rookgasafvoer
kanaal moet daarom aan de onderzijde worden voorzien
van een condensafvoervoorziening.
Een maximale aansluitlengte van vier meter concentrisch
60/100 mm, inclusief vier 90°-bochten, tussen het toestel
en de gemeenschappelijke voorziening.
De diameter van de gemeenschappelijke voorziening
(gecombineerd luchttoevoerkanaal en een gecombi-
neerd rookgasafvoerkanaal) moet berekend worden op
basis van het totale vermogen van het aantal aangesloten
cv-toestellen. Voor de dimensionering kunt u contact
opnemen met Van Marcke.
3.9.6. Gesloten opstelling C
53
Gesloten toestel met afzonderlijke leiding voor de lucht-
toevoer en rookgasafvoer, waarbij de leidingen in
verschillende drukzones mogen uitmonden; ventilator in
verbrandingslucht (voor verbrandingskamer).
De uitmonding van de eindstukken van de luchttoevoer en
rookgasafvoer mogen niet geplaatst worden in tegenover
elkaar liggende wanden van een gebouw.
Zie Berekenen kanaallengte op pagina 37 voor de lengte
van de luchttoevoer en/of rookgasafvoer.
3.9.7. Gesloten opstelling C
83
Gesloten toestel aangesloten op een collectief leidingsys-
teem met een gezamelijke natuurlijk werkende rookgasafvoer
en een individuele luchttoevoer; ventilator in verbrandings-
lucht (voor verbrandingskamer).
Condensaat afkomstig uit het gemeenschappelijke
rookgasafvoerkanaal mag niet via het cv-toestel worden
afgevoerd. Het gemeenschappelijke rookgasafvoer
kanaal moet daarom aan de onderzijde worden voorzien
van een condensafvoervoorziening.
Een minimale aansluitlengte van 0,5 m bij parallel 80 mm,
tussen het toestel en de gemeenschappelijke voorziening.
Dit geldt voor zowel de luchttoevoer als de rookgasafvoer.
Een maximale aansluitlengte van vier meter parallel 80
mm, inclusief vier 90°-bochten, tussen het toestel en de
gemeenschappelijke voorziening. Dit geldt voor zowel de
luchttoevoer als de rookgasafvoer.
De diameter van de gemeenschappelijke voorziening
(gecombineerd rookgasafvoerkanaal) moet berekend
worden op basis van het totale vermogen van het aantal
aangesloten cv- toestellen.
Voor de dimensionering kunt u contact opnemen met
Van Marcke.
3.9.8. Gesloten opstelling C
93
Gesloten toestel met afzonderlijke kanalen voor de lucht-
toevoer via een bestaande schouw en rookgasafvoer door
diezelfde bestaande schouw, waarbij de schouw deel
uitmaakt van het gebouw; ventilator in verbrandingslucht
(voor verbrandingskamer).
De afmeting van de schouw moet zodanig zijn dat, na
plaatsing van het rookgasafvoerkanaal, de ruimte voor de
luchttoevoer gelijk of groter is dan de luchttoevoer in een
concentrisch rookgasafvoersysteem.
Zie Berekenen kanaallengte op pagina 37 voor de lengte
van de luchttoevoer en/of rookgasafvoer.

3.9.9. CLV overdruksysteem

Een CLV overdruksysteem, Combinatie-Luchttoevoer-
Verbrandinggasasafvoer, wordt toegepast in flats of in andere
gestapelde woningbouw. Hierbij worden de luchttoevoer en
de rookgasafvoer van de individuele gesloten cv-toestellen
aangesloten op een gecombineerd luchttoevoerkanaal en
een gecombineerd rookgasafvoerkanaal.
Een half CLV systeem is een gecombineerd rookgasafvoer-
systeem en heeft geen gecombineerde luchttoevoer zoals
het volledige CLV systeem. Dit systeem komt vaak voor bij
renovatieprojecten.
CLV overdruksystemen moeten voldoen aan de normen
Gastec QA138, uitgezonderd de hierna weergegeven
diametertabellen en het toepassen van een
drukvereffeningsopening.
Let op!
Het cv-toestel moet worden voorzien van een terugslag-
klep om te installeren in een CLV overdruksysteem.
De terugslagklep voorkomt het terugstromen van rook-
gassen.Volg hiervoor de instructies in Aanpassingen
toestel CLV overdruk op pagina 38.
|
35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave