Apparaat plaatsen / uitnemen
Plaatsen
^ Leid de aansluitkabel van het appa-
raat door de uitsparing naar bene-
den.
^ Leg het apparaat in de uitsparing.
Eerst de voorkant!
^ Druk het apparaat met beide handen
gelijkmatig naar beneden totdat het
duidelijk vastklikt. De dichting van het
apparaat moet goed op het werkblad
aansluiten. Alleen zo kan een cor-
recte afdichting worden gegaran-
deerd. Gebruik geen voegenkit of
iets dergelijks.
Als u meerdere apparaten inbouwt,
moet in de verbindingsstrip een dich-
tingsprofiel worden geplaatst.
^ Schuif het ingebouwde apparaat op-
zij, totdat u de langwerpige gaten in
de verbindingsstrip kunt zien.
^ Plaats het dichtingsprofiel d in de
gaten van de verbindingsstrip b.
42
^ Leg het volgende apparaat in de uit-
sparing. Eerst de voorkant!
^ Sluit het betreffende apparaat op het
elektriciteitsnet aan (zie "Elektrische
aansluiting").
^ Controleer of het apparaat goed
functioneert.
Uitnemen
Als het apparaat van onderen toegan-
kelijk is, kunt u het apparaat er vanaf
de onderkant uitdrukken. Druk eerst het
achterste gedeelte eruit.
Als het apparaat niet van onderen toe-
gankelijk is, pak het apparaat dan met
beide handen aan de achterkant vast,
trek het naar voren en haal het appa-
raat vervolgens naar boven toe uit de
uitsparing.