,
Reparaties aan elektrische ap-
paraten en gasapparaten mogen uit-
sluitend door vakmensen worden
uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoer-
de reparaties leveren gevaar op
voor de gebruiker.
Wat moet u doen als . . .
... de brander bij de eerste ingebruik-
neming niet ontsteekt of nadat het
apparaat lange tijd niet is gebruikt?
Er bevindt zich mogelijk lucht in de
gasleiding. Herhaal de
ontstekingsprocedure eventueel meer-
maals.
... het controlelampje "Aan" en de
restwarmte-indicator tegelijk knippe-
ren?
Na een stroomstoring knipperen beide
controlelampjes!
Draai de knop naar rechts op "ß". Daar-
na kunt u het apparaat weer gewoon
gebruiken.
... het controlelampje "Aan" knip-
pert?
De gastoevoer is onderbroken!
Draai de knop naar rechts op "ß". Daar-
na kunt u het apparaat weer gewoon
gebruiken.
Is het probleem daarna niet verholpen,
maak het apparaat dan gedurende en-
kele seconden spanningsvrij.
... de brander na enkele pogingen
niet ontsteekt?
Maak het apparaat gedurende enkele
seconden spanningsvrij. Is het pro-
bleem daarna niet verholpen, contro-
leer dan of
– de brander op de juiste wijze in el-
kaar is gezet.
– de gaskraan geopend is.
– de brander schoon en droog is.
– de gleuven in de brander schoon en
droog zijn.
... de gasvlam na het ontsteken weer
uitgaat?
De vlammen moeten het
thermo-element raken, zodat het ele-
ment heet genoeg wordt.
Als de vlammen het thermo-element
niet raken, controleer dan of
– de onderdelen van de brander goed
geplaatst zijn.
– het thermo-element verontreinigd is.
Verwijder eventuele verontreini-
gingen voorzichtig (zie het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud").
... het vlammenbeeld van de brander
plotseling is veranderd?
Controleer of de onderdelen van de
brander goed geplaatst zijn.
... de vlam tijdens het gebruik van de
brander dooft?
Controleer of de onderdelen van de
brander goed geplaatst zijn.
Nuttige tips
27