RMM621
Endress+Hauser
Uitgangen
Analoge uitgang
Fig. 33:
Parametrering van de analoge uitgang
• Klem, waarop het analoge signaal moet worden uitgestuurd (keuzemogelijkheid afhankelijk van
de instrumentconfiguratie)
• Signaalbron: de ingang/rekenkundig kanaal, dat moet worden uitgestuurd.
• Stroombereik: 0..20mA of 4..20mA
• Start-/eindwaarde: schaalindeling van de stroomwaarde, die moet worden uitgestuurd
• Tijdconstante: dient voor het filteren van hoogfrequentie stoorsignalen
• Simulatie: uit = uitgang wordt niet in de simulatiemodus gebruikt, anders bestaat de
mogelijkheid, zolang het instrument in de simulatiemodus is, dat een constante stroomwaarde
wordt uitgestuurd, bijv. voor het testen van een aangesloten instrument (recorder o.i.d.).
• Alarmgedrag: hoe moet het instrument zich in geval van een fout gedragen (bereikoverschrijding
enz).
Impulsuitgang
Fig. 34:
Parametrering van de impulsuitgang
• Signaaltype: hoe met het signaal worden uitgestuurd? Relais: max. 5 schakelingen per seconde,
digitale uitgang actief of passief
• Klem, waarop het digitale signaal moet worden uitgestuurd (keuzemogelijkheid afhankelijk van
de instrumentconfiguratie)
• Signaalbron: welk signaal moet als impuls worden uitgestuurd - relatie met een geïntegreerde
ingang (bijv. flow) of een teller
• Impulstype: positief/negatief
• Impulswaarde: wordt bijv. per 10 liter een impuls uitgestuurd, dan moet op deze
bedieningspositie "10" worden ingesteld
Inbedrijfname
G09-RMM621ZZ-19-10-00-nl-016
G09-RMM621ZZ-19-10-00-nl-017
63