1)
Deksel
Het deksel wordt geopend en gesloten bij het
plaatsen van originelen.
2)
Nevenpaneel ( p.10)
3)
Glasplaat ( p.99)
Plaats originelen met de te kopiëren kant naar beneden.
4)
Hoofdpaneel ( p.8)
5)
Masterafvalbak ( p.93)
Bevat uitgevoerde masters.
6)
Drukaanpassingshendel papierinvoer ( p.20)
Past de papierinvoerdruk aan het gebruikte papier aan.
7)
Knop omhoogbrengen / neerlaten
invoerlade ( p.21)
Brengt de papierinvoerlade omlaag of omhoog
voor het vervangen of plaatsen van papier.
8)
Papierinvoerlade ( p.20)
9)
Geleiders papierinvoerlade ( p.20)
Bevatten en geleiden het papier.
Schuif de geleider aan op de zijkanten van het papier.
10)
Vergrendelingshendel geleider
papierinvoerlade ( p.20)
Vergrendelen de geleiders van de papierinvoerlade.
11)
Regelknop horizontale afdrukpositie ( p.50)
Voor het verplaatsen van de afdrukpositie naar
links of rechts.
12)
Automatische documentinvoer (optioneel)
In de documentinvoer kunnen ongeveer 50 vellen
originelen worden geplaatst (80 g/m
nelen met de te kopiëren zijde naar beneden.
13)
Origineeluitvoerlade ADI
De gescande originelen worden in deze lade uitgevoerd.
14)
Origineelvrijgavehendel ADI ( p.106)
Als een origineel is vastgelopen, trekt u deze hen-
del naar rechts om het uit de ADI te werpen.
15)
Origineelgeleiders ADI
U kunt de geleiders verschuiven om deze aan te passen
aan het origineel zodat het bij elkaar wordt gehouden.
16)
Voorpaneel
17)
Houder inktpatroondeksel ( p.88)
18)
Mastercreatie-eenheid ( p.90)
19)
Mastereenheidklep ( p.90)
20)
Thermische printerkop
21)
Mastergeleider ( p.90)
22)
Masterrol ( p.90)
23)
Masterrolhouder ( p.90)
24)
Inktpatroon ( p.88)
25)
Afdruktrommelhendel ( p.96)
26)
Afdruktrommel ( p.96)
27)
28)
29)
30)
31)
32)
33)
34)
35)
36)
2
). Plaats origi-
37)
38)
39)
Teller
Telt het aantal kopieën (totaaltelling) en het aantal
gemaakte masters (masterteller).
Vrijgavehendel afdruktrommel ( p.96)
Ontgrendelt de afdruktrommel zodat deze kan
worden verwijderd.
Hendel mastercreatie-eenheid ( p.90)
Vrijgaveknop mastereenheid ( p.90)
Ontgrendelt de mastercreatie-eenheid zodat deze
kan worden verwijderd.
Stabilisator
Stroomschakelaar
Papieruitvoergeleider
Deze geleider wordt automatisch aangepast zodat
afdrukken netjes worden gestapeld.
Regelknop papieruitvoergeleider
(alleen bij EX3XX) ( p.22)
Voor aanpassing aan het soort en het formaat
papier zodat dit netjes wordt uitgevoerd.
Papierordener (alleen bij EZ3XX) ( p.22)
Druk hierop voor het ordenen van afgedrukt
papier.
Geleiders van de papierontvangstlade ( p.22)
Voor het netjes ordenen van uitgevoerd papier.
U kunt deze aanpassen aan de breedte van het
papier waarop wordt afgedrukt.
Papierstop ( p.22)
Voor het tegenhouden van papier dat na het
bedrukken wordt uitgevoerd naar de papieront-
vangstlade.
U kunt deze aanpassen aan de lengte van het
papier waarop wordt afgedrukt.
Papierontvangstlade ( p.22)
Stopcontact
Raak de stroomschakelaar op het bovenste
gedeelte van het stopcontact niet aan (netspan-
ningsaansluiting). Wanneer de instelling van de
stroomschakelaar per ongeluk wordt veranderd,
kunnen er beschadigingen optreden.
Functie en naam van elk onderdeel
Overzicht
7