7-2 SPECIFICATIES VOOR TER PLAATSE VERKREGEN BEDRADING
Het snoer voor de afstandsbediening is niet meegeleverd. Zie Tabel 4 voor de te gebruiken kabelsoort.
Tabel 4
Verbindingsbekabeling
tussen units
Kabel van de afstands-
bediening
OPMERKING
1. Alleen in geval van beschermde leidingen. Gebruik H07RN-F bij geen bescherming.
2. Voor Europa en Azië: Afgeschermd PVC-snoer of kabel (Dikte isolatiemateriaal: minimaal 1 mm)
Voor Australië: Standaard afgeschermde kabel (Dikte isolatiemateriaal: minimaal 1 mm)
8. ZO SLUIT U DE BEKABELING AAN EN VOORBEELD VAN ELEKTRISCHE
AANSLUITING
8-1 ZO SLUIT U DE ELEKTRISCHE BEKABELING AAN
Methoden voor aansluiten units en snoeren voor afstandsbedieningen bekabeling
• Verbindingsbekabeling tussen units
Draai de schroeven van het Onderhoudsluik los en verwijder het.
Sluit de verbindingsbekabeling tussen units met corresponderende nummers aan op het aansluitingenblok
voor de voeding (4P). Sluit de aardingsdraden aan op het aardingsaansluiting.
Zet daarbij de verbindingskabel en de aardingkabel vast met de meegeleverde klemmen (klein) (5) en
bevestig ze vervolgens met de meegeleverde klemmen (klein) (5) op de manier zoals is weergegeven in de
afbeelding. (Zie Afb. 20)
• Bekabeling voor de afstandsbediening
Draai de schroeven van het Onderhoudsluik los en verwijder het.
Sluit de bekabeling voor de afstandsbediening aan op het aansluitingenblok (5P).
Zet daarbij de kabel voor de afstandsbediening vast met de meegeleverde klemmen (klein) (5) en bevestig
ze vervolgens met de meegeleverde klemmen (klein) (5) op de manier zoals is weergegeven in de afbee-
lding. (Zie Afb. 20)
Nederlands
Draad
H05VV-U4G
(OPMERKING 1)
Vinylsnoer met mantel of kabel
(2-draads) (OPMERKING 2)
2
Draaddikte (mm
)
2,5
0,75 - 1,25
Lengte
–
Max. 500m
14