[ Benodigde ruimte voor installatie (mm) ]
≥ 50
(2) Bekijk of de locatie waar het apparaat zal worden geïnstalleerd het gehele gewicht van het apparaat
kan dragen en verstevig deze, indien nodig, met een plaat of balken voordat u de unit gaat installeren.
Verstevig de locatie ook om trillingen en lawaai te voorkomen voordat u de unit gaat installeren.
(De afstanden tussen de ophangpunten vindt u op het installatiesjabloon (3). Maak gebruik van deze
maten wanneer de installatielocatie moet worden verstevigd.)
(3) De binnenunit kan niet rechtstreeks op de wand worden geïnstalleerd. Gebruik het meegeleverde
installatiepaneel (1) voordat u het apparaat installeert.
4. INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
• Gebruik uitsluitend accessoires en onderdelen met de juiste specificatie.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Installeer het apparaat zodanig dat het niet zijwaarts of voorover helt.
• Til het apparaat niet op aan de horizontale jaloezieën. (Daardoor kunnen de horizontale jaloezieën
beschadigen.)
(1) Open de doorvoeropening voor de leidingen.
• De koelmiddelleiding en de afvoerleiding kunnen in één van de 6 verschillende richtingen worden geleid:
links, onderzijde-links, achter-links, rechts, onderzijde-rechts en achter-rechts. (Zie Afb. 3)
• Gebruik het installatiesjabloon (3), en bepaal waar de leidingen uit de unit moeten komen en maak een
doorvoeropening (diameter 80) in de muur. Maak de opening zodanig dat de afvoerleidingen iets
omlaag aflopen. (Zie "6. HET AANLEGGEN VAN DE AFVOERBUIZEN")
(2) Op de wand bevestigen.
(a) Controleer de locatie voor de opening aan de hand van het meegeleverde installatiesjabloon (3).
• Kies een zodanige locatie dat er een vrije ruimte van ten minste 90 is tussen het plafond en de hoofdunit.
(b) Bevestig het installatiepaneel (1) tijdelijk op het installatiesjabloon (3) en gebruik een waterpas om
ervoor te zorgen dat de afvoerslang ofwel horizontaal of iets omlaag afloopt.
(c) Bevestig het installatiepaneel (1) op de wand met schroeven of bouten.
• Wanneer u bevestigingsschroeven voor het installatiepaneel (2) gebruikt, moet u ten minste 4
schroeven aan weerskanten (totaal 9 schroeven) van de aanbevolen maat gebruiken volgens het
meegeleverde installatiesjabloon (3).
• Als u het installatiepaneel met bouten bevestigt kunt u M8 - M10 bouten gebruiken (totaal 2 bouten) aan elke kant.
• Gebruik, wanneer het installatiepaneel in beton moet worden bevestigd, gewone funderingsbouten (M8 - M10).
Nederlands
≥ 50
Afb. 1
Obstakel
≥ 2500 (vanaf de vloer)
Voor hoge installatie.
Vloer
≤ 120
Afb. 2
6