Probleemoplossing
Symptoom, oorzaak/oplossing
Borduurt niet
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
Spoel is niet juist geplaatst.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
• Zorg ervoor dat de draad in de draadhevel is
geleid.
a Draadhevel
Hoog piepgeluid tijdens het borduren
Er zitten stukjes draad in de grijper vast.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Er zitten naaldgaten of krassen in het spoelhuis.
De naald raakt de steekplaat.
De naaldklemschroef is los.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
Het handwiel draait niet soepel.
Er zit draad verstrikt in het spoelhuis.
Na het borduren
Symptoom, oorzaak/oplossing
Draadspanning is onjuist.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
• Zorg ervoor dat de borduurvoet omhoog staat
tijdens de inrijgprocedure, zoals hieronder
weergegeven.
1
4
5
3
Draadspanning is niet juist ingesteld.
Onderdraad onjuist opgewonden.
Spoel is niet juist geplaatst.
36
Referentie
32
18
24
31
24
18
*
32
32
-
Referentie
24
2
29
18
18
Symptoom, oorzaak/oplossing
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
De borduuronderdraad die voor de machine is
bedoeld, wordt niet gebruikt.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
Borduurpatroon wordt niet goed geborduurd.
Draad is verdraaid.
Draadspanning is niet juist ingesteld.
Stof is niet juist gespannen in het borduurraam
(stof te los enz.).
Geen steunstof of versteviging gebruikt.
• Gebruik altijd steunstof, vooral bij stretchstoffen,
lichte stoffen, grof geweven stoffen of stoffen
waarbij het patroon kan vervormen. Neem
contact op met uw erkende Brother-dealer voor
de juiste steunstof.
Steunstof is onjuist bevestigd. De steunstof is
bijvoorbeeld kleiner dan het borduurraam.
Stof die uit het borduurraam steekt veroorzaakt
problemen.
• Span de stof opnieuw in het borduurraam zodat
de stof die uit het borduurraam steekt geen
problemen veroorzaakt, roteer eventueel het
borduurpatroon en borduur opnieuw.
Er was een voorwerp bij de machine geplaatst en
de borduurarm van het borduurraam heeft het
voorwerp tijdens het borduren geraakt.
• Voer altijd eerst een "Test" uit voordat u gaat
borduren om te controleren of het borduurraam
voldoende kan bewegen.
Stof zit vast of is ergens aan blijven haken.
• Stop de machine en leg de stof zo neer dat ze
niet vast komt te zitten of blijft haken.
• Voer altijd eerst een "Test" uit voordat u gaat
borduren om te controleren of het borduurraam
voldoende kan bewegen.
De borduurarm werd verplaatst terwijl het borduurraam
werd verwijderd of bevestigd tijdens het borduren.
• Als de borduurarm is verplaatst tijdens het
proces, kan het borduurpatroon scheeftrekken.
Wees voorzichtig wanneer u het borduurraam
verwijdert of bevestigt.
Er wordt een zware stof geborduurd en de stof
hangt omlaag vanaf de tafel.
• Als er wordt geborduurd terwijl de stof vanaf de
tafel omlaag hangt, werkt de borduureenheid niet
goed. Ondersteun de stof tijdens het borduren.
Borduurpatroon wordt niet op de juiste plaats geborduurd.
De stof is niet op de goede plaats in het
borduurraam geplaatst.
• Gebruik de functie [Camerascan].
Er komen tijdens het borduren lussen op de stof.
Draadspanning is niet juist ingesteld.
De borduuronderdraad die voor de machine is
bedoeld, wordt niet gebruikt.
Referentie
18
18
32
32
-
29
15
15
15
16, 22
22
22
22
26
16
29
18