BEDIENINGSELEMENTEN
Paniekverlichting
De schakelaar voor het inschakelen van de
paniekverlichting bevindt zich rechts onder het stuur.
Door op de schakelaar te drukken gaan de
noodverlichting en de vier richtingaanwijzers tegelijk
aan.
Om de paniekverlichting in/uit te schakelen de
speciale knop indrukken.
Werklampen
De
knop
voor
het
werklampen
bevindt
bedieningselementen, in het midden.
Bij het activeren van het bedieningselement wordt de
knop blauw en treedt het zwaailicht in werking, vice
versa, als het bedieningselement gedeactiveerd
wordt gaat het zwaailicht uit en wordt de knop grijs.
Rijsnelheid
De hydrostatische transmissie met twee snelheden
werkt op twee manieren:
- "Schildpad" modus;
- "Haas" modus.
De knoppen voor de keuze van deze rijmodi bevinden
zich bovenaan de hoofdpagina:
Knop schildpad → haas
Knop haas → schildpad
Resetknop
70
in-/uitschakelen
van
zich
op
de
pagina
DEEL WERKING
De haas- en de schildpadknop nemen dezelfde positie
in op het display. De huidige rijmodus wordt
aangegeven door het symbool op de knop.
In de "schildpad" modus laat de transmissie alleen
een lage snelheid van de machine toe. Gebruik deze
modus voor precisiebewegingen en om een lading te
verplaatsen.
In de "haas" modus gebruikt de transmissie beide
versnellingen en is de maximale snelheid mogelijk.
Gebruik deze modus om over de weg te rijden of om
snelle verplaatsingen in het werkgebied te maken.
Om over te gaan van de "haas" op de "schildpad"
modus de knop haas → schildpad indrukken. Vice
versa, om over te gaan van de "schildpad" op de
"haas" modus de knop schildpad → haas indrukken.
In geval het nodig mocht zijn kan de overgang van de
ene naar de andere modus geforceerd worden met
de "reset" knop.
Stuurmodi
de
Om de machine tijdens het rijden de goede richting
uit te laten gaan, gebruikt u het stuur. De knop 1
dient ervoor om het mogelijk te maken met één hand
te sturen en zo de andere hand vrij te houden voor
de andere bedieningselementen.
Gebruik deze knop niet voor het rijden over openbare
wegen. In deze situatie moet u beide handen aan het
stuur houden voor een betere controle over het
voertuig.
Er zijn drie stuurmodi beschikbaar:
Twee stuurwielen
Vier stuurwielen met tegengestelde as
Vier stuurwielen met parallelle as
1