Multifunctioneel display
De
armvering
functioneert
bovenvermelde omstandigheden: Als tijdens een
verplaatsing niet meer aan deze vereisten voldaan
wordt,
dan
wordt
uitgeschakeld; als dan, terwijl de heftruck nog steeds
rijdt, de parameters weer binnen de vereiste limieten
komen, dan wordt de armvering automatisch weer
geactiveerd.
Als de heftruck stopt schakelt de functie uit; om de
functie weer te activeren de boven beschreven
procedure uitvoeren.
Controle motortoerental
Met deze knop activeert of deactiveert u de functie
voor de elektronische controle van de snelheid van
de motor: als deze functie geselecteerd is neemt
automatisch het toerental toe zodra er een
hydraulische beweging aan een onderdeel van de
heftruck wordt opgelegd, om de servicepomp kracht
te geven en zodoende de aangestuurde beweging te
vergemakkelijken.
Activering afstandsbediening.
Om
de
heftruck
afstandsbediening te kunnen bedienen, moet de
verbinding van de ontvanger op de machine
geactiveerd
worden
aangegeven knop te drukken.
62
alleen
onder
de
functie
automatisch
van
buitenaf
met
door
op
de
hierboven
DEEL WERKING
Voor
het
(OPTIONEEL)
bijbehorende handleiding voor gebruik en onderhoud
24V stopcontact (OPTIONEEL)
2
de
Als deze knop geselecteerd is, is het stopcontact
(optioneel) aan het uiteinde van de arm geactiveerd
voor de stroom naar mogelijke werktuigen.
Continu functie hulpstuk
2
1
Met deze knop 1 kunt u voor een bepaald werktuig
de continue beweging van een element ervan
activeren zoals bijvoorbeeld een mengbak. De
snelheid ervan kunt u regelen met de toetsen 2 en 3.
De waarde 4 geeft het % aan ten opzichte van het
maximale vermogen.
Functie voor omkering van richting van
de koelventilator
Hiermee kunt u, bij de heftrucks voorzien van
horizontaal gemonteerd koelelement, de draairichting
van de ventilator omdraaien.
Met deze functie kunt u lucht naar de buitenkant van de
motorruimte blazen om het beluchtingsoppervlak
schoon te maken van afzetting van materiaal dat
schadelijk kan zijn voor het apparaat.
de
De procedure voor het omkeren van richting van de
ventilator voorziet twee minuten luchtaanzuiging en
één minuut uitstoting cyclisch afgewisseld door 20
seconden vertraging van de snelheid van de ventilator
om het mechanisme van de ventilator intact te houden.
gebruik
van
de
afstandsbediening
wordt
er
verwezen
naar
de
4
3