Inhoudsopgave
Advertenties
binnen
het
werkgebied.
vastmaken.
Verzeker u ervan dat alle kleppen dicht en alle
beveiligingen goed op de machine gemonteerd zijn.
Sluit altijd het portier van de cabine. Blokkeer de
raampjes in de open of gesloten stand. Maak alle
ruiten schoon voor een optimaal zicht.
Regel de stoel zodanig dat u de pedalen volledig in
kunt trappen terwijl u goed op de stoel blijft zitten.
Regel de hellingshoek van de stuurkolom zodanig dat u
comfortabel
zit
en
bedieningselementen kan komen.
Controleer de staat van de veiligheidsgordel en van de
bevestigingspunten. Vervang de zichtbaar beschadigde
of versleten delen. Vervang de hele veiligheidsgordel
na 3 jaar onafhankelijk van de staat van slijtage.
Gebruik geen verlengstukken.
Verzeker u ervan dat de verlichting op de machine
geschikt is voor de werkomstandigheden en dat alle
lichten goed werken.
Controleer of de claxon, de waarschuwingslichten en
alle alarminrichtingen correct werken.
Geluid en trillingen
Geluidsniveau
Het geluidsdrukniveau dat in de gesloten cabine bij de
bestuurder aankomt is gelijk aan of lager dan 80 dB(A).
De meting is uitgevoerd volgens de norm EN
12053:2001.
Het geluidsdrukniveau buiten de cabine is gelijk aan of
lager dan 104 dB(A) naar gelang de motorisering. De
meting is uitgevoerd volgens de richtlijn 2000/14/EG
vervolgens gewijzigd door de richtlijn 2005/88/EG.
Trillingsniveau
Handen en armen zijn onderworpen aan een gewogen
gemiddeld versnellingsniveau lager dan 2,5 m/s
Het hele lichaam is onderworpen aan een gewogen
gemiddeld versnellingsniveau lager dan 0,5 m/s
Deze niveaus zijn op een standaard machine gemeten.
De
gebruikte
meetprocedure
beschreven in de volgende normen:
- ISO 2631-1:1997
- ISO 5349-1:2001
De
veiligheidsgordel
makkelijk
bij
alle
2
.
2
.
is
gedetailleerd
DEEL VEILIGHEID EN WAARSCHUWINGEN
DEEL VEILIGHEID EN WAARSCHUWINGEN
- SAE J1166
Beveiligingen voor de
bestuurder
Controleer dagelijks de veiligheidsinrichtingen op
beschadigde structuren. Het is verboden de machine
te gebruiken met beschadigde veiligheidsinrichtingen.
Een onjuist gebruik van de machine kan gevaarlijk
blijken voor de bestuurder ook al verkeren de
veiligheidsinrichtingen in perfect staat. Er wordt dan
ook aangeraden u aan de procedures te houden die in
de volgende delen van deze handleiding beschreven
worden.
Roll-Over Protective Structure (ROPS),
Falling Objects Protective Structure
(FOPS)
Het ROPS/FOPS certificeringsplaatje bevindt zich
bovenin de cabine.
De ROPS/FOPS structuur is speciaal voor de machine
ontworpen, getest en gecertificeerd. Alle mogelijke
veranderingen aan de structuur kunnen deze
verzwakken, waardoor de gezondheid van de
bestuurder in gevaar wordt gebracht.
De bescherming die door de ROPS/FOPS structuren
geboden wordt, vervalt in geval van structurele
schade.
Vermijd reparaties of structurele wijzigingen aan de
ROPS/FOPS structuur. Door deze handelingen zal de
structuur afwijken van de originele structuur en
hierdoor vervalt de certificering.
19
Advertenties
Inhoudsopgave
