Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Brandstoftank Vullen - Toro Groundsmaster 3500-G Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Groundsmaster 3500-G:
Inhoudsopgave

Advertenties

1
2
Figuur 25
1. Peilstok
3. Als het oliepeil te laag is, moet u de vuldop (Figuur 25)
losdraaien en voldoende olie bijvullen totdat het peil de
Vol-markering op de peilstok bereikt.
Opmerking: Verwijder de peilstok tijdens het
bijvullen om een goede ventilatie toe te laten. Vul de
olie langzaam bij en controleer daarbij veelvuldig het
peil. Niet te vol vullen.
Belangrijk: Als u motorolie bijvult, moet u
ervoor zorgen dat er enige afstand is tussen de
vulinrichting en de vulopening in het klepdeksel,
zoals is aangegeven in Figuur 26. Hierdoor kan
er tijdens het vullen lucht ontsnappen, zodat de
olie niet overloopt en in de ontluchtingsinrichting
terechtkomt.
Figuur 26
1. Let op de afstand
4. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
5. Plaats de vuldop en sluit de kap.
g021401
2. Dop van vulbuis

Brandstoftank vullen

Inhoud brandstoftank: 38 liter
Aanbevolen brandstof:
– Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend schone,
verse (minder dan 30 dagen oude), loodvrije
benzine met een octaangetal van 87 of hoger
(indelingsmethode (R+M)/2).
– Ethanol: benzine met maximaal 10% ethanol
(gasohol) of 15% MTBE (methyl-tertiar-butylether)
per volume is acceptabel. Ethanol en MTBE zijn
verschillende stoffen. Benzine met 15 vol.% ethanol
(E15) mag niet worden gebruikt. Gebruik nooit
benzine met meer dan 10% ethanol per volume,
zoals E15 (bevat 15% ethanol), E20 (bevat 20%
ethanol) of E85 (bevat tot 85% ethanol). Het
gebruik van niet-goedgekeurde benzine kan leiden
tot verminderde prestaties en/of motorschade die
mogelijk niet gedekt wordt door de garantie.
– Gebruik geen benzine die methanol bevat.
– Tijdens de winter geen brandstof bewaren
in de brandstoftank of in vaten, tenzij u een
brandstofstabilisator gebruikt.
– Meng nooit olie door benzine.
Belangrijk: Gebruik nooit andere brandstofadditieven
dan een brandstofstabilisator/conditioner. Gebruik geen
stabilizers op basis van alcohol zoals ethanol, methanol,
of isopropanol.
1. Maak de omgeving van de dop van de brandstoftank
schoon (Figuur 27).
2. Verwijder de dop van de brandstoftank.
3. Vul de tank tot aan de onderkant van de vulbuis. Niet
te vol vullen. Plaats daarna de dop terug.
4. Om brandgevaar te voorkomen, moet u gemorste
brandstof opnemen.
1. Dop van brandstoftank
24
Figuur 27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30809

Inhoudsopgave