Achterste maaidek afstellen
De maaidekken voor en achter moeten in verschillende
standen worden gemonteerd. Het achterste maaidek is
voorzien van een monstagestand voor een juiste uitlijning met
het onderframe van de Sidewinder.
Monteer voor alle maaihoogten het achterste maaidek in de
achterste montage-openingen (Figuur 15).
7
Maaihoogte instellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Belangrijk: Dit maaidek maait vaak ongeveer 6 mm
lager dan een messenkooimaaier met dezelfde instelling.
Mogelijk moet u de instelling van het maaidek met
draaiende messen 6 mm hoger instellen dan de instelling
van een messenkooimaaier in hetzelfde gebied.
Belangrijk: U kunt beter bij de achterste maaidekken
door het maaidek van de tractor te verwijderen. Als de
machine is uitgerust met een Sidewinder®, beweeg de
maaidekken dan naar rechts, verwijder het achterste
maaidek en schuif het naar rechts eruit.
1. Breng het maaidek omlaag tot op de grond, zet de
motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Draai de bout los waarmee de maaihoogtebeugel aan
de maaihoogteplaat is bevestigd (aan de voorzijde en
de zijkanten) (Figuur 16).
3. Begin aan de voorzijde en verwijder de bout.
Figuur 16
1. Maaihoogtebeugel
2. Maaihoogteplaat
4. Verwijder het afstandsstuk terwijl u de maaikamer
ondersteunt (Figuur 17).
3. Afstandsstuk
5. Verplaats de kamer naar de gewenste maaihoogte
en plaats een afstandsstuk in de bijbehorende
maaihoogte-opening en de sleuf (Figuur 17).
6. Plaats de tappende plaat op één lijn met het
afstandsstuk.
7. Draai de bout met de hand vast.
8. Herhaal de stappen 4 tot en met 7 voor elke aanpassing.
9. Draai alle drie bouten vast tot 41 Nm. Draai altijd eerst
de voorste bout vast.
Opmerking: Voor aanpassingen van meer dan
3,8 cm moet u de maaihoogte mogelijk eerst op een
hoogte ertussenin instellen om klemmen te voorkomen
(bijvoorbeeld bij het veranderen tussen de maaihoogte
van 3,1 cm naar de maaihoogte van 7 cm.
8
Rolschrapers afstellen
(optioneel)
Geen onderdelen vereist
Procedure
De optionele achterrolschraper is ontworpen om het beste te
functioneren als er een gelijkmatige opening van 0,5 tot 1 mm
is tussen de schraper en de rol.
1. Draai de smeernippel en de montageschroef los (Figuur
18).
1. Rolschraper
2. Montageschroef
19
Figuur 17
1
2
3
Figuur 18
3. Smeernippel
G011346