beademingsapparatuur wordt gedragen. Deze materialen kunnen
bij verhitting giftige rook
BRAND- OF EXPLOSIEGEVAAR.
D Maak onderdelen en lijmen niet te warm.
D Kijk uit met vuur; houdt brandblusser in de
buurt.
D Houdt brandbare stoffen uit de buurt.
D
Plaats het apparaat niet in de buurt van brandbare oppervlakken.
D
Gebruik apparaat niet in een ruimte met explosiegevaar.
D
Niet gebruiken op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar
stof, gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
D
Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D
Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik de handgreep en laat iemand die sterk
genoeg is het apparaat optillen.
D Verplaats het apparaat met behulp van een
handkar of een soortgelijk hulpmiddel.
D
Gebruik bij machines zonder handgreep, hijsapparatuur met vol-
doende capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
D
Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D
Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
D
Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of appara-
tuur de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manu-
al for the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No.
94–110).
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met
zijbescherming of gelaatsscherm.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van ventilatoren.
D Sluit alle toegangsdeuren en panelen.
D
Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D
Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
OM-227 169 Pagina 2
INDUCTIEVERHITTING
kan brandwonden veroorzaken.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken.
D Laat de apparatuur altijd afkoelen, voordat u
onderdelen aanraakt of hiermee gaat werken.
D
Een werkende inductiekop/−spoel niet aanraken en er niet aan
werken.
D
Houd metalen sierraden en andere persoonlijke metalen zaken
tijdens het werk uit de buurt van de kop/spoel.
D
Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
−kleding om brandwonden te voorkomen.
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
(EMV)
kunnen
geïmplanteerde medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moe-
ten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat
ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen,
puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverhitting.
Oververhitting bij langdurig gebruik
D Laat apparaat goed afkoelen.
D Verminder uitgangsvermogen en inschakeld-
uur voordat met weer opstart.
D Houdt inschakelduur in de gaten.
STATISCHE ELEKTRICITEIT (ESD)
D Dit kan printplaten beschadigen. Gebruik daar-
om altijd een geaarde polsband.
D Gebruik antistatische zakken of dozen om prin-
ten op te slaan of te versturen.
van
invloed
zijn
op