Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS
Tab. 39: Alle data-objecten
Naam
Nr.
Status
1
66
®
Naam
Status
Hieronder worden alle data-objecten beschreven, die cyclisch
kunnen worden overgedragen.
Type
Beschrijving
UINT32
Bit
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
Type
Offset
UINT32
+0
+1
+2
+3
Naam
Functie
Systeem
00 – Init
01 – Ready
02 – Dia‐
gnose
Mode
00 – halt
01 – manual
02 – batch
Fout
Er zijn fouten aanwezig -
zie "Fouten"
Waarschu‐
Er zijn waarschuwingen
wingen
aanwezig - zie "Waarschu‐
wingen"
Stop
De pomp is gestopt
Aanzuigen
De pomp is in aanzuigbe‐
drijf (bovenliggende functie)
Hulpfunctie
De pomp is in extern bedrijf
(bovenliggende functie)
Pauze
De pomp is naar pauze
geschakeld (bovenliggende
functie)
Module
Automatisch bedrijf
Flow
Doseerbewaking geacti‐
veerd
Batch-Mem.
Het batchgeheugen is
geactiveerd
Gekalibreerd De pomp is gekalibreerd
Relais 1
Relais 1 is fysiek aanwezig
Relais 2
Relais 2 is fysiek aanwezig
AnalogOut
De module is fysiek aan‐
wezig
Membraan‐
De membraanbreukoptie is
breuk
geïnstalleerd
Byte
Bits
0
24 ... 31
1
16 ... 23
2
8 ... 15
3
0 ... 7
03 –Test
04 - First run
05 - Power‐
down
03 – contact
04 - analog