Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanvullende gebruikershandleidingen
Magneetdoseerpomp gamma/ XL
Modules, opties, toebehoren
De opgenomen handleidingen gelden alleen in combinatie met de "Gebruikershandleiding magneetdoseerpomp gamma/
XL, GMLa"
Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg van installatie- en bedieningsfouten.
De nieuwste versie van een gebruikershandleiding is beschikbaar op onze homepage.
Artikelnummer 981601
Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen.
Originele gebruikershandleiding (2006/42/EG)
NL
BA G 012 09/19 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor ProMinent gamma XL

  • Pagina 1 Aanvullende gebruikershandleidingen Magneetdoseerpomp gamma/ XL Modules, opties, toebehoren De opgenomen handleidingen gelden alleen in combinatie met de "Gebruikershandleiding magneetdoseerpomp gamma/ XL, GMLa" Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen. Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg van installatie- en bedieningsfouten. De nieuwste versie van een gebruikershandleiding is beschikbaar op onze homepage.
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    2.5.1 "Modbus RTU"-berichtenformat....... 29 2.6 Apparaatbewaking............31 2.7 Noodbedrijf..............31 2.8 Storingen..............31 2.9 Toebehoren..............32 2.10 Register Modbus RTU voor ProMinent-pompen..32 2.10.1 Register "Apparaatidentificatie"......33 2.10.2 Register "Modbus"..........33 2.10.3 Register "Productiegegevens pomp modulespeci‐ fiek"................ 34 2.10.4 Register "Productiegegevens Modbus modulespe‐...
  • Pagina 3 Inhoudsopgave Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® ....50 3.1 Voorwaarden.............. 50 3.2 Pomp instellen............50 3.2.1 Algemeen..............50 3.2.2 PROFIBUS ® actief / inactief schakelen....50 3.2.3 Slave-adres instellen..........51 3.3 Bijzonderheden bij actief PROFIBUS ® -bedrijf.... 52 3.3.1 Algemeen..............52 3.3.2 Weergaven..............
  • Pagina 4: Aanvullende Gebruikershandleiding Canopen

    Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Aanvullende gebruikershandleiding CANopen 1.1 Over deze pomp............4 1.2 Besturingselementen............ 5 1.3 Elektrisch installeren............. 5 1.4 Noodbedrijf..............7 1.5 Storingen verhelpen............7 1.6 Toebehoren..............8 1.7 Bijlage................8 1.7.1 Objectverwijzing doseerpomp gamma/ XL, GXLa..8 1.7.2 Communication Profile Area 0x1000-0x1FFF.... 8 1.7.3 Manufacturer Specific Profile Area 0x2000-0x5FFF............
  • Pagina 5: Besturingselementen

    Aanvullende gebruikershandleiding CANopen 1.2 Besturingselementen P_G_0128_SW Afb. 1: Besturingselementen GXLa Status- LED's CAN-bus Contrastekker "CAN-bus" Apparaat-LED's 1.3 Elektrisch installeren VOORZICHTIG! Pomp kan worden beschadigd. Worden de CAN-kabels niet goed vastgeschroefd, wordt de beschermingsgraad IP65 niet bereikt. – De schroefkoppelingen van de CAN-kabels met de hand tot de aanslag vastschroeven.
  • Pagina 6 Aanvullende gebruikershandleiding CANopen P_G_0078_SW Afb. 2: CAN-aansluiting van doseerpompen (voorbeeld 2 GMXa met Dulcomarin II als besturing) T-verdeler, M 12, 5-pol. CAN Afsluitweerstand M12-koppeling Afsluitweerstand M12-stekker CAN-verbindingskabel CAN-verbindingskabel CAN-verbindingskabel 13 CAN-pomp gamma/ X bijv. voor zuur 14 CAN-pomp gamma/ X bijv. voor loog Aansluiting voor CANopen-bus "Aansluiting voor CANopen-bus"...
  • Pagina 7: Noodbedrijf

    Aanvullende gebruikershandleiding CANopen 1.4 Noodbedrijf Valt de aansturing via CANopen-bus een keer uit, kan dit als volgt worden opgelost: Bij de pomp een hulpfrequentie inprogrammeren, die samen met een slaglengte van 30 ... 100% het beste past bij uw proces in noodbedrijf. Zodra noodbedrijf noodzakelijk is, de pomp via de contra‐...
  • Pagina 8: Toebehoren

    Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Voor "Foutmeldingen via CANopen-telegram" - zie einde van de bijlage. 1.6 Toebehoren Toebehoren Bestelnr. T-verdeler M12 5-pol. CAN 1022155 Afsluitweerstand M12-koppeling 1022154 Afsluitweerstand M12-stekker 1022592 Verbindingskabel - CAN, M12, 5-pol., 1 m 1022139 Verbindingskabel - CAN, M12, 5-pol., 2 m 1022140 Verbindingskabel - CAN, M12, 5-pol., 5 m 1022141...
  • Pagina 9: Manufacturer Specific Profile Area 0X2000-0X5Fff

    Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving p_ident.b_entries p_ident.d_vendor_ID 0xE1 p_ident.d_pro‐ 0x0E150 duct_code p_ident.d_rev number assemblyID Serienummer van de module Tab. 2: Zend-PDO's MAPPING-parameters Index Naam Type Beschrijving Mapping 1A00h TPDO1 DP_state Status doseerpomp 0x2A100010 (basis) DP_output_man (actueel) Pompfrequentie 0x2A010010 (actueel) in % DP_stroke_len Slaglengte...
  • Pagina 10 Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Objects Attr 2A05h DP_niveau Vulniveau doseer‐ TPDO2 tank 2A10h DP_state 0=out of ctrl, TPDO1 1=mem, 2=cal, 3=pos/neg 4=aan‐ zuig, 5=waarschu‐ wing, 6=errors, 7=stops, 8-11=mode, 12=aux;13=flow;1 4=pause,15=hand/ 2A11h DP_Control 1= batch-mem, 2=setp. pos/neg, 3=calibrated, 4=flowctrl actief, 6=reset 2A12h...
  • Pagina 11 Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Objects Attr 3FBCh PCO_HighestSubIn String Productaanduiding (ASCII) String String String String String String String 3FBDh PCO_HighestSubIn String Hardware-versie (ASCII) String String 0x2A34 DP_quantity_left float Restdosering 0x2A40 DP_nominal_thoughp float Ingestelde doseer‐ capaciteit 0x2A41 DP_cur‐ float Actuele doseerca‐...
  • Pagina 12 Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Objects Attr Bit 0 = handmatige stop Bit 1 = stoppen optionele module Bit 2 = stop blue‐ tooth Bit 3 = stop na "Netwerk aan" Bit 4 = concen‐ tratie-bedrijf actief Bit 5 = membraan‐ breuksensor aan‐...
  • Pagina 13 Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Objects Attr 510Ah Ingestelde float Ingestelde slaglengte slaglengte 510Bh Ingestelde Ingestelde slagfre‐ slagfre‐ quentie quentie 510Ch Actuele slag‐ Actuele slag‐ frequentie frequentie 510Dh Doseervo‐ Float Doseervo‐ lume per acti‐ lume per acti‐ vering vering 510Eh Actuele...
  • Pagina 14 Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Objects Attr 511Ah Actuele sub- Actuele sub- bedrijfs‐ bedrijfs‐ modus modus 511Bh Bedrijfs‐ Bedrijfs‐ modus (auto‐ modus (auto‐ matisch On/ matisch On Off) (1)/Off (0)) 511Ch Concentratie‐ Concentratie‐ gestuurd gestuurd bedrijf aan/uit bedrijf aan (1)/uit (0) 511Eh Aanzuigduur...
  • Pagina 15: Device Profile Area 0X6000-0X9Fff

    Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Objects Attr 5FEE CANopen‐ UINT32 ProMinent StackRevi‐ CANopen- sion Stack-Revi‐ sion 1.7.4 Device Profile Area 0x6000-0x9FFF Index Naam Type Beschrijving Categ.* Attr 6000h Failure codes MANDA HighestSubInde Hardware failure MANDA codes 1 Hardware failure...
  • Pagina 16 Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Categ.* Attr Operation failure MANDA codes 2 Operation failure MANDA codes 3 Auxiliary device fai‐ MANDA lure codes 1 Auxiliary device fai‐ MANDA lure codes 2 Auxiliary device fai‐ MANDA lure codes 3 Index Naam Type...
  • Pagina 17 Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Categ.* Attr Electrics warning MANDA codes 2 Operation warning MANDA codes 1 Operation warning MANDA codes 2 Operation warning MANDA codes 3 Auxiliary device MANDA warning codes 1 Auxiliary device MANDA warning codes 2 Auxiliary device MANDA warning codes 3...
  • Pagina 18 Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Categ.* Attr Software alarm codes MANDA Mechanics alarm MANDA codes 1 Mechanics alarm MANDA codes 2 07h07 Electrics alarm codes MANDA Electrics alarm codes MANDA Operation alarm MANDA codes 1 Operation alarm MANDA codes 2 Operation alarm MANDA...
  • Pagina 19: Alarm Action Area For Measurement Devices (404 )

    Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Categ.* Attr 6026h Error notification MANDA HighestSubIndex control Naam String MANDA Class String MANDA NotificationCode OPTION 6027h Error notification MANDA HighestSubIndex status Status MANDA Tab. 7: * MANDA mandatory OPTION optional CONDIT Conditional mandatory 1.7.5 Alarm Action Area for Measurement Devices (404 ) Index Naam...
  • Pagina 20 Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Error Register (1001h-inhoud) (1 Byte): 0x81 (Bit #0=Generic Error,Bit #7= Manufacturer specific) Manufacturer specific Error Field (5 Byte): Byte #3: Component-nr. (kanaal) Byte #4: Fouttype Byte #5: Fout-klasse Byte #6: vrij Byte #7: vrij Emergency ErrorCode (2 Byte): 0xFF01 (0xFFxx = Device specific) Tab.
  • Pagina 21: Uitleg Bij Objecten

    Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Fout EMCY Emergency Error Manufacturer spe‐ ErrorCode Register cific Error Field Component-Nr. Error Error -Typ. Clas Membraan waarschuwing 0xFF01 0x81 0x01 0x04 0x01 0x00 0x00 Slaglengte waarschuwing 0xFF01 0x81 0x01 0x05 0x01 0x00 0x00 Overbelasting waarschu‐ 0xFF01 0x81 0x01 0x06 0x01 0x00 0x00...
  • Pagina 22 Bedrijfsmodus: 3 extern contact Bedrijfsmodus: 4. Analoge ingang Stop Interne fout Waarschuwing (bijv. tankvulni‐ veau) Aanzuigen actief Verlagen (alleen in ProMinent- installaties) Kalibratie ongeldig Geheugendosering 0 (LSB) Geen remote-bedrijf mogelijk DeviceControl [Index 0x2A11, Sub‐ Via het object "DeviceControl" kan de bedrijfsmodus nauwkeuriger index 0x00] worden gespecificeerd.
  • Pagina 23: Wijzigen Van Het Canopen-Knooppuntadres (Node-Id)

    Aanvullende gebruikershandleiding CANopen DeviceMode [Index 0x2A12, Subindex Via het object "DeviceMode" kan de CANopen-bedrijfsmodus van 0x00] de pomp worden geconfigureerd. Tab. 18: DeviceMode BitValues Bitposities Betekenis 7 (MSB) moet "0" zijn moet "0" zijn moet "0" zijn moet "0" zijn moet "0"...
  • Pagina 24: Overdrachtssnelheid (Baudrate)

    Een hertstart van het apparaat is ook via het NMT-commando "ResetNode" mogelijk. 1.7.9 Overdrachtssnelheid (baudrate) In de geleverde toestand is het apparaat geconfigureerd voor een baudrate van 125 kbits/s. Dit is de ProMinent standaard-baudrate. 1.7.10 Kalibratie, uitleg De pomp is voorgekalibreerd. Het doseervolume kan indien nodig opnieuw worden gekalibreerd.
  • Pagina 25: Aanvullende Gebruikershandleiding Modbus Rtu

    2.5.1 "Modbus RTU"-berichtenformat....... 29 2.6 Apparaatbewaking............31 2.7 Noodbedrijf..............31 2.8 Storingen..............31 2.9 Toebehoren..............32 2.10 Register Modbus RTU voor ProMinent-pompen..32 2.10.1 Register "Apparaatidentificatie"......33 2.10.2 Register "Modbus"..........33 2.10.3 Register "Productiegegevens pomp modulespeci‐ fiek"................ 34 2.10.4 Register "Productiegegevens Modbus modulespe‐...
  • Pagina 26: Besturingselementen

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU 2.2 Besturingselementen P_G_0128_SW Afb. 5: Besturingselementen GXLa Status-LED's "Modbus RTU" Bus "Modbus RTU" Apparaat-LED's Tab. 22: Statusleds “Modbus RTU” Kleur Oorzaak Rood De modbus werkt niet goed. (knipperend) Geel De modbus is bezig met verzenden of ontvangen.
  • Pagina 27 Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU VOORZICHTIG! Pomp kan worden beschadigd. Worden de CAN-kabels niet goed vastgeschroefd, wordt de beschermingsgraad IP65 niet bereikt. – De schroefkoppelingen van de CAN-kabels met de hand tot de aanslag vastschroeven. Voor de verbindingskabels / de Modbus-interface gelden de vol‐ gende richtlijnen: Half duplex, 2-aderige techniek, "twisted pair"-kabel Leidinglengte max.
  • Pagina 28: Instelmogelijkheden Via Besturingselementen Van De Pomp

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU CAN-verbindingskabel 13 CAN-pomp GMXa, bijv. voor zuur 14 CAN-pomp GMXa, bijv. voor loog De netstekker van de doseerpomp in het stopcontact steken - de doseerpomp begint wellicht met pompen. 2.4 Instelmogelijkheden via besturingselementen van de pomp Tab.
  • Pagina 29: Modbus Rtu"-Berichtenformat

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU De doseerpomp gamma/ XL, GXLa gedraagt zich als slave (Device Zo wordt de communicatie van de doseerpomp gamma/ XL, GXLa (Device 1) met externe masters (Device 0) mogelijk, bijv. een PLC. Het Modbus-protocol is een communicatieprotocol, waardoor apparaten via een gemeenschappelijke verbinding data kunnen gebruiken, als de apparaten via de "Modbus RTU"...
  • Pagina 30: Slave-Adres

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Tab. 25: Een telegram is opgebouwd uit: Bestanddeel Lengte Slave-adres 1 Byte Functiecode 1 Byte Gegevens n Byte CRC-checksum 2 Byte 2.5.1.1 Slave-adres Het slave-adres kan worden ingesteld tussen 1 en 247. Voorinstelling: 20 2.5.1.2 Functiecodes Tab.
  • Pagina 31: Apparaatbewaking

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Tab. 28: Response-telegram Lengte Inhoud 1 Byte Aantal over te dragen bytes n Byte Inhoud van het aangevraagde register 2.5.1.4 CRC-checksum De checksum kan worden berekend met behulp van deze tool: https://www.lammertbies.nl/comm/info/crc-calculation.html . 2.6 Apparaatbewaking De bewakingstijd voor apparaatbewaking kan worden ingesteld via het menu.
  • Pagina 32: Toebehoren

    Verbindingskabel - CAN, M12, 5-pol., 5 m 1022141 Verbindingskabel - CAN, per meter 1022160 Koppeling-CAN M12, 5-pol. Schroefaansluiting 1022157 Stekker-CAN M12, 5-pol. Schroefaansluiting 1022156 2.10 Register Modbus RTU voor ProMinent-pompen Tab. 30: Tip - aantal registers Gegevenstype Aantal regis‐ ters BOOLEAN Enum FLOAT32 INT16...
  • Pagina 33: Register "Apparaatidentificatie

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Gegevenstype Aantal regis‐ ters UINT32 STRING[2] STRING[4] STRING[8] STRING[10] STRING[32] 2.10.1 Register "Apparaatidentificatie" Deze registerrecords gelden alle uitsluitend voor functiecode "0x03" (read only). Regist Parameters Type Beschrijving Productcode UINT32 Mogelijkheid voor expliciete identificatie van het product Versie Modbus-registerset UINT16 Format: XX.XX...
  • Pagina 34: Register "Productiegegevens Pomp Modulespecifiek

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis Modbus-module actief UINT8 0 - NIET ACTIEF 1 - ACTIEF Baudrate UINT8 0 - 9600 bits/sec. 1 - 19200 bits/sec. 2 - 38400 bits/sec. Busadres (Modbus) UINT8 1 ... 247 Pariteit (pariteitsbit) UINT8 0 - GEEN...
  • Pagina 35: Register "Productiegegevens Modbus Modulespecifiek

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis Productieopdracht dienstver‐ STRING[10] ASCII-codering 10 tekens lener regelmodule Materiaalnummer printplaat STRING[8] ASCII-codering 8 tekens regelmodule Revisienummer module regel‐ STRING[2] ASCII-codering 2 tekens module Hardwareversie van module Versie structuurdefinitie "Pro‐ UINT16 Format: XXXX, ductiegegevens"...
  • Pagina 36: Register "Actuele Bedrijfsparameters

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis Materiaalnummer printplaat STRING[8] ASCII-codering 8 tekens Modbus-module Revisienummer module STRING[2] ASCII-codering 2 tekens hardwareversie van Modbus-module module 2.10.5 Register "Actuele bedrijfsparameters" Deze registerrecords gelden alle uitsluitend voor functiecode "0x03" (read only).
  • Pagina 37 Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 1000 Statusregister UINT32 Bit 0 - Gereserveerd Bit 1 - Gereserveerd Bits 2 - 4 - bedrijfsmodus (0 = stop; 1 = manual; 2 = contact; 3 = batch; 4 = analoog) Bit 5 - Fout (fout aanwezig) Bit 6 - Waarschuwingen (waarschuwingen actief)
  • Pagina 38 Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis Bit 10 - FOUT ONGELDIGE DOSEERPARAMETER Bit 11 - FOUT OVERDRUK Bit 12 - FOUT OVERSTROOM Bit 13 - FOUT ONDERSPANNING Bit 14 - FOUT LUCHT IN DE KOP Bit 15 - FOUT ONTLUCHTING NIET SUCCESVOL Bit 16 - FOUT OVERLOOP BATCHGEHEUGEN Bit 17 - FOUT INGANGSSTROOM KLEINER DAN GRENSWAARDE...
  • Pagina 39 Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 1020 Maximaal mogelijke doseerca‐ FLOAT32 Wordt bepaald door - ingebouwde doseerkop - appa‐ paciteit raatcontext (bijv. ingestelde zuigslag) - … 1022 Actuele bedrijfsmodus Enum 0 - EXTERNE STOP 1 - MANUAL 2 - CONTACT 3 - BATCH 4 - ANALOOG...
  • Pagina 40: Register "Actuele Bedrijfsparameter

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU 2.10.6 Register "Actuele bedrijfsparameter" Deze registerrecords gelden alle voor functiecode "0x03", "0x06", 0x10 en 0x17 (Read / Write). Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 1200 Starten/stoppen van de pomp UINT8 0 - POMP STOPT 1 - POMP ACTIEF RESP. BEDRIJFSGEREED 1201 Ingestelde slaglengte FLOAT32...
  • Pagina 41: Register "Uitgebreide Configuratie

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 1229 Ingestelde bedrijfsmodus Enum 0 - EXTERNE STOP 1 - MANUAL 2 - CONTACT 3 - BATCH 4 - ANALOOG 1230 Ingestelde sub-bedrijfsmodus Enum 0 - GEEN SUB-BEDRIJFSMODUS 1 - AANZUIGEN 2 - EXTERN BEDRIJF 3 - BATCH TIJDGESTUURD 4 - BATCH GRAFIEKLIJN...
  • Pagina 42 Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 1400 Startgedrag van de pomp Enum Configuratie waarin is vastgelegd hoe de pomp zich na het opstarten moet gedragen: 0 - ALTIJD UIT 1 - ALTIJD AAN 2 - TOESTAND VLAK VOOR DE LAATSTE UIT‐ SCHAKELING 1401 Drukcompensatie activeren...
  • Pagina 43 Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 1407 Analoge ingang "Bedrijfs‐ Enum Instelling van de analoge bedrijfsmodus: modus" 0 - 0...20mA 1 - 4…20 mA 2 - 20…0mA 3 - 20…4mA 4 - LINEAIRE CURVE 5 - ONDERSTE ZIJBAND 6 - BOVENSTE ZIJBAND 1408 Analoge ingang "Stroom 1e...
  • Pagina 44 Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 1419 Analoge ingang "Storingsmel‐ BOO‐ 0 - STORING NIET MELDEN ding stroom te laag" LEAN 1 - STORING MELDEN 1420 Analoge ingang "Onderste FLOAT32 Voor de analoge bedrijfsmodi - LINEAIRE CURVE - door de gebruiker gedefini‐...
  • Pagina 45 Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 1429 Contactingang "Adaptieve Enum Bij de adaptieve contactbesturing (uitsluitend in con‐ contactbesturing" tactmodus) wordt de slagfrequentie, resp. de doseer‐ capaciteit ingesteld op basis van de tijd tussen de inkomende contactpulsen. Wijzigt de tijd, worden de genoemde grootheden adaptief aangepast.
  • Pagina 46: Register "Toebehoren 1

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 1444 Concentratiebedrijf "Volume FLOAT32 Karakteristieke hoeveelheid van het hoofdmedium, hoofdmedium" waarin moet worden gedoseerd 0,1 … 9999,9 l 1446 Concentratiebedrijf "Volume FLOAT32 Karakteristieke hoeveelheid van het hoofdmedium, per gedetecteerd contact" waarin moet worden gedoseerd 0,1 …...
  • Pagina 47: Register "Toebehoren 3

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 2104 Doseerbewaking "Fout niveau" BOO‐ Bij niveaubewaking: Welk niveau geeft de foutmel‐ LEAN ding? 0 - "HIGH" GEEFT DE FOUTMELDING 1 - "LOW" GEEFT DE FOUTMELDING 2105 Doseerbewaking "Gedrag bij BOO‐...
  • Pagina 48: Register "Debug-Gegevens

    Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 2204 Niveaubewaking "Foutdrempel UINT8 Bij continue niveaubewaking: cont. bedrijf" Informatie over de grenswaarde (in [%] van het maxi‐ male vulniveau). Bij het onderschrijden van deze grenswaarde wordt een fout gegenereerd door de niveaubewaking 0 …...
  • Pagina 49 Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Regist Aanduiding Type Weergave / betekenis 3015 Effectieve lengte van de FLOAT32 De effectieve slaglengte is te herleiden uit de vol‐ laatste slag gende waarden: maximale slagpositie - compensa‐ tiepunt 3017 Stroomvoorziening van de UINT16 Stroomvoorziening van de Modbus-module Modbus-module 3018 Fout CAN-verbindingsopbouw...
  • Pagina 50: Aanvullende Gebruikershandleiding Profibus

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® 3.1 Voorwaarden.............. 50 3.2 Pomp instellen............50 3.2.1 Algemeen..............50 3.2.2 PROFIBUS ® actief / inactief schakelen....50 3.2.3 Slave-adres instellen..........51 3.3 Bijzonderheden bij actief PROFIBUS ® -bedrijf.... 52 3.3.1 Algemeen..............52 3.3.2 Weergaven..............
  • Pagina 51: Slave-Adres Instellen

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® „Menu” te gaan: op de toets [Menu] drukken. Om naar het „Informatie” . ð De cursor gaat gelijk naar „Informatie” naar „Veldbus” te gaan: het Om van [Clickwheel] draaien en indrukken. „Veldbus” naar „Inactief / actief” te gaan: het Om van [Clickwheel] draaien en indrukken.
  • Pagina 52: Bijzonderheden Bij Actief Profibus ® -Bedrijf

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Om van „Bedrijfsmodus” naar „PROFIBUS” te gaan: het [Clickwheel] draaien en indrukken. „Bus-adres” verschijnt. ð Het menu Bij het PROFIBUS ® -adres altijd 3-cijferig invoeren (adressen van "002" tot en met "125"): [Clickwheel] draaien, tot de gewenste 1e mogelijkheid: Het [Clickwheel] drukken.
  • Pagina 53: Led's Op De Profibus ® -Module

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® De gebruikelijke indicatoren zijn te vinden in het hoofdstuk "Besturingselementen &#34 Gebruikers‐ handleiding Magneetdoseerpomp gamma/ XL". Stop-PROFIBUS ® : De pomp wordt extern via de PROFIBUS ® PROFI gestopt. De master stuurt de pomp een betreffend telegram. Stop-handmatig: De pomp wordt extern via de toets [Start/Stop] gestopt.
  • Pagina 54: Doseerbewaking Gebruiken

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® 3.3.4 Doseerbewaking gebruiken Voor het gebruik van de doseerbewaking tijdens PROFIBUS ® bedrijf, moet de contrastekker "Doseerbewaking" bezet zijn. De „Aanwezig” voor statusbit "Flow". De pomp stuurt dan de status doseerbewaking kan via de PROFIBUS ® met de parameter „Metering Monitor”...
  • Pagina 55: Bedrijf

    Dit beschrijft alle kenmerken van de pomp bij PRO‐ FIBUS ® -bedrijf (keywords, diagnose, module, slots). Het GSD- bestand kan van de PROFIBUS -website en via de ProMinent- ® website worden gedownload. De toegewezen bestandsnaam is uniek: GXLA1136.GSD .
  • Pagina 56: Dataobjecten Gamma/ Xl, Gxla

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® 3.5.3 Dataobjecten gamma/ XL, GXLa Tab. 32: Status en control Modul Index Naam Modu‐ Diag.- Aan‐ Type Data‐ Beschrijving e/slot lenaa numm dui‐ stroom ding (hex) Naam Functie State Status 40,83 Ser‐ Er zijn service- vice aanvragen aan‐...
  • Pagina 57 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Modul Index Naam Modu‐ Diag.- Aan‐ Type Data‐ Beschrijving e/slot lenaa numm dui‐ stroom ding (hex) Naam Functie Gekali‐ De pomp is breerd gekalibreerd Mem‐ De membraan‐ braan‐ breukmelder is breuk geïnstalleerd Con‐ De concentra‐ cen‐ tieberekening is tratie geactiveerd...
  • Pagina 58 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Tab. 33: Mode, Flow rate, Max. flow rate, Batch, Contact, Concentration, Metering monitor Modul Index Naam Modu‐ Diag.- Aan‐ Type Data‐ Beschrijving e/slot lenaa numm dui‐ stroom ding (hex) Mode Mode C0,80, L, S Waard Naam Beschrijving 0,16 Stop...
  • Pagina 59 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Modul Index Naam Modu‐ Diag.- Aan‐ Type Data‐ Beschrijving e/slot lenaa numm dui‐ stroom ding (hex) Batch Batch C0,83, Doseervolume van een charge volume Batch Tijd, die de charge moet worden Time gedoseerd Batch Wijzigt de waarde van 1 naar 0, start wordt tijdens batchbedrijf een chargedosering geactiveerd.
  • Pagina 60 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Tab. 34: Error / Warning Modul Index Naam Modu‐ Diag.- Aan‐ Type Data‐ Beschrijving e/slot lenaam numm dui‐ stroom ding (hex) Error Error / 40,85 Naam Functie War‐ Minimu Te laag ning doseerme‐ diumniveau Batch Teveel doseer‐ slagen: >...
  • Pagina 61 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Modul Index Naam Modu‐ Diag.- Aan‐ Type Data‐ Beschrijving e/slot lenaam numm dui‐ stroom ding (hex) Module‐ Fout bij modu‐ fout lehandling War‐ Naam Functie nings Minimu Doseervloei‐ stofniveau laag Kali‐ bratie Doseer‐ Doseerbewa‐ bewa‐ kingswaar‐ king schuwing Mem‐...
  • Pagina 62 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Modul Index Naam Modu‐ Diag.- Aan‐ Type Data‐ Beschrijving e/slot lenaam numm dui‐ stroom ding (hex) * L = lezen, S = schrijven Tab. 35: Strokes / Quantity en individuele gegevens Module/ Index Naam Modu‐ Diag.- Aandui‐...
  • Pagina 63 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® De byte status_type als volgt coderen: 1 0 1 1 0 0 0 0 Status-type: 48 (fabrikantspecifiek) Kenmerk "Status": 1 constant De byte slot_ number als volgt coderen: Slot-nummer: 0 (omdat alleen slot 0 wordt gebruikt) De byte specifier als volgt coderen: Status-specificatie: 00 constant Gereserveerd...
  • Pagina 64 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Volgnummer Naam Verklaring Volume per contact "Batchbedrijf" Volume, dat bij contact tijdens batchbedrijf moet worden gedo‐ seerd Doseertijd batchbedrijf Tijd, die het batchvolume moet worden gedoseerd Batch start Start een batchdosering bij wissel van "1" naar "0" Batch memory Bij "1"...
  • Pagina 65: Dataobjecten Delta ® Dlta

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Volgnummer Naam Verklaring Pompnaam Pompnaam, vrij vast te leggen Opstellocatie Opstellocatie, vrij vast te leggen Tab. 37: Diensten 2 Waarde Betekenis 0x30 0x31 Overdracht OK Datum buiten de toegestane grenzen 0x32 Overdracht OK Datum beveiligd 0x33 Overdracht OK Datum afgewezen, omdat appa‐...
  • Pagina 66 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Naam Type Offset Byte Bits Status UINT32 24 ... 31 16 ... 23 8 ... 15 0 ... 7 Hieronder worden alle data-objecten beschreven, die cyclisch kunnen worden overgedragen. Tab. 39: Alle data-objecten Naam Type Beschrijving Status UINT32 Naam...
  • Pagina 67 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Naam Type Beschrijving Concentratie De concentratieberekening is geactiveerd Airlock De besturing van het aan‐ drijfsysteem meldt lucht in doseerkop Overdruk De besturing van het aan‐ drijfsysteem meldt "Te hoge tegendruk" Drukloos De besturing van het aan‐ drijfsysteem meldt "Geen tegendruk"...
  • Pagina 68 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Naam Type Beschrijving Maximale UINT16 Maximale doseerfrequentie in slagen/uur (0...12000). frequentie Overeenkomstig de ingestelde doseermodus kan de max. frequentie aanzienlijk lager zijn dan in de normale modus. Voorkeuze 10, 11 UINT32 Aantal slagen in chargebedrijf per activering. (0…99999). charge Charge-start 12 BYTE...
  • Pagina 69 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Naam Type Beschrijving Lage druk Te lage druk in hydraulisch systeem Slaglengte In geblokkeerde toestand is gewijzigd de slaglengte gewijzigd. Ontluchting Automatische ontluchting niet mogelijk Busfout Door de module gemelde busfout Systeemfout Systeemcomponenten defect - zie LCD-scherm Modulefout Fout bij modulehandling Waarschu‐...
  • Pagina 70: Cyclisch Dataverkeer

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® 3.5.5 Cyclisch dataverkeer DP-V0 beschrijft het cyclisch dataverkeer bij de PROFIBUS ® 3.5.5.1 Overzicht van de data-objecten De data-objecten zijn samengevat in modules en hun configura‐ tiekenmerk - zie de volgende tabel. Op basis van het configuratiek‐ enmerk kunnen modules tijdens het configureren worden uitge‐...
  • Pagina 71 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Modulenr. Uitgang Lengte Ingang Lengte Modulenaam Configura‐ tiekenmerk (hex) Slagteller 1 Byte Slagteller 4 Byte Stroke C0,80,83 wissen Number Volumeteller 1 Byte Volumeteller 4 Byte Quantity C0,80,87 wissen Liters per 4 Byte slag Tab. 41: Pompgegevens (uitgiftegegevens ) Offset Valentie Type...
  • Pagina 72 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Offset Valentie Type Naam Bereik Modulenaam Modulenr. high UINT16 Frequentie 0..max. freq. Frequency high UINT16 Actuele fre‐ 0..max. freq. quentie high UINT16 Maximale fre‐ 0..12000↓ Maximale fre‐ quentie quentie high UINT32 Voorkeuze 1..99999 Charging charge ↓ high UINT32 Restslagen...
  • Pagina 73: Configureren

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® 3.5.5.2 Configureren Bij de master kan worden geselecteerd welke modules aan het cyclisch dataverkeer moeten deelnemen. Modules en slots hebben een onderling verband. Daarom moeten voor modules die moeten worden uitgesloten lege plaatsen (lege modules) worden geconfi‐ gureerd.
  • Pagina 74 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Voorbeeldconfiguraties Tab. 43: Configuratie voor de overdracht van alle cyclische modules (42 byte input, 17 byte output) Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 Module 6 Module 7 Module 8 40, 83 80, 81 C0, 80, 80 C0, 81, 83 80, 81...
  • Pagina 75 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Offset Valentie Type Naam Bereik Modulenaam Modulenr. high UINT32 Voorkeuze 1..99999 Charging charge ↓ BYTE Charge-start 0,1↓ BYTE Charge- geheugen BYTE Slagteller 0,1↓ Stroke wissen Number Tab. 46: Gegevens van de pomp (beperkte invoergegevens) Offset Valentie Type Naam Bereik...
  • Pagina 76 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Offset Valentie Type Naam Bereik Modulenaam Modulenr. high UINT16 Waarschu‐ wingen high UINT32 Slagteller Stroke 0..(2 Number ↓ 3.5.5.3 Diagnose delta DLTa ® Diagnosetelegrammen Het apparaat stelt op basis van de PROFIBUS ® -norm de dienst [Get_Sl_Diag] beschikbaar.
  • Pagina 77 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® De user_data-velden zijn in blokken van elk 3 bytes samengevat en moeten als volgt worden geïnterpreteerd: 1 - Diensten 2 - Type fout 3 - Type gegevenstoegang (lezen/schrijven) Zo kunnen maximaal 19 foutmeldingen worden gesignaleerd. Codering user_data Tab.
  • Pagina 78 Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Index Naam Beschrijving Ingestelde factor extern Factor, waarmee de inkomende pulsen worden ver‐ menigvuldigd. De factor wordt weergegeven in hon‐ derdsten. Het waardenbereik ligt tussen 1...9999 - de factor is dan 0,01…99,99. Extern geheugen Net als bij de chargedosering, worden bij hoge fac‐ toren ook hier de waarden opgeteld of worden de resterende slagen gewist.
  • Pagina 79: Aanvullende Gebruikershandleiding Profinet

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® 4.1 Voorwaarden.............. 79 4.2 Pomp instellen............79 4.2.1 Algemeen..............79 4.2.2 PROFINET ® actief / inactief schakelen....79 4.2.3 PROFINET ® configureren........80 4.3 Bijzonderheden bij actief PROFINET -bedrijf..... 81 ® 4.3.1 Algemeen..............81 4.3.2 Weergaven..............
  • Pagina 80: Profinet ® Configureren

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Om van „Veldbus” naar „Inactief / actief” te gaan: het [Clickwheel] draaien en indrukken. „Inactief” naar „Actief” te gaan: het [Clickwheel] Om van draaien en indrukken. „Actief” op. ð De pomp slaat de instelling „Instellingen Daarnaast verschijnt het menu PROFINET”...
  • Pagina 81: Bijzonderheden Bij Actief Profinet ® -Bedrijf

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Ä Hoofdstuk 4.2 „Pomp Het PROFINET ® is actief geschakeld - zie instellen” op pagina 79 . „Menu” te gaan: op de toets [Menu] drukken Om naar het [pijltoetsen] het menu-item „Instellingen” en Kies met de [OK] bevestig dit met de toets „Bedrijfsmodus”...
  • Pagina 82: Weergaven

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® 4.3.2 Weergaven Tijdens lopend PROFINET ® -bedrijf zijn er op de bedrijfstoestands‐ indicator meer indicatoren. De gebruikelijke indicatoren zijn te vinden in het hoofdstuk "Besturingselementen &#34 Gebruikers‐ handleiding Magneetdoseerpomp gamma/ XL". Stop-PROFINET : De pomp is via PROFINET gestopt.
  • Pagina 83: Doseerbewaking Gebruiken

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Signaal Oorzaak Rood, 3-voudige flits Stationsnaam-fout Rood, 4-voudige flits Interne fout 4.3.4 Doseerbewaking gebruiken Om de doseerbewaking tijdens PROFINET ® -bedrijf te gebruiken, moet de contrastekker "Doseerbewaking" bezet zijn. De pomp „Aanwezig” voor statusbit "Flow". De doseer‐ stuurt dan de status „Metering bewaking kan via het PROFINET...
  • Pagina 84: Gsdml-Bestand

    -bedrijf (keywords, diagnose, module, ® submodule). Het GSDML-bestand kan van de PROFINET ® -web‐ site en via de ProMinent-website worden gedownload. De toege‐ wezen bestandsnaam is uniek: GSDML-V2.31-Prominent-GXLa-20190921.xml. 4.5.3 Beschrijving van de data-objecten gamma/ XL, GXLa Tab. 49: Status en control...
  • Pagina 85 Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Module/ Index Naam Module‐ Type Data‐ Beschrijving slot naam stroom * Naam Functie Batch- Batchgeheugen is Mem. geactiveerd Gekali‐ De pomp is gekali‐ breerd breerd Mem‐ De membraan‐ braan‐ breukmelder is breuk geïnstalleerd Concen‐ De concentratiebe‐ tratie rekening is geacti‐...
  • Pagina 86 Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Tab. 50: Mode, Flow rate, Max. flow rate, Batch, Contact, Concentration, Metering monitor Module/ Index Naam Module‐ Type Data‐ Beschrijving slot naam stroom * Mode Mode UINT8 L, S Waarde Naam Beschrijving 0,16 Stop De pomp is bedrijfs‐ gereed, doseert echter niet.
  • Pagina 87 Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Module/ Index Naam Module‐ Type Data‐ Beschrijving slot naam stroom * Batch UINT8 Is "Batch memory" geactiveerd en wordt memory tijdens een lopende chargedosering een nieuwe charge geactiveerd, wordt het nog te doseren volume vergroot met de nieuwe charge.
  • Pagina 88 Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Module/ Index Naam Module‐ Type Data‐ Beschrijving slot naam stroom * Cavitatie Lage druk Te lage druk (doseermedium) Slag‐ In geblokkeerde lengte toestand is de gewijzigd slaglengte gewij‐ zigd Ontluch‐ Automatische ont‐ ting luchting niet mogelijk Busfout Door de module gemelde busfout...
  • Pagina 89 Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Module/ Index Naam Module‐ Type Data‐ Beschrijving slot naam stroom * Mem‐ Defect membraan braan‐ in de doseerkop breuk Airlock Lucht in doseerkop Cavitatie Overdruk Overdruk in hydraulisch sys‐ teem Lage druk Te lage druk in hydraulisch sys‐...
  • Pagina 90: Diagnosemeldingen En Typen Gegevenstoegang

    Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® 4.5.4 Diagnosemeldingen en typen gegevenstoegang De diagnosemeldingen worden in de PLC als tekstmelding weer‐ gegeven. Fouttype Diagnosemeldingen 12755 Limietfout bij het schrijven 12773 Limietfout bij het lezen 13011 Beveiligde waarde 13029 Beveiligde waarde 13267 Apparaat niet in remote-bedrijf 13285 Apparaat niet in remote-bedrijf 13523...
  • Pagina 91: Zuiglans, Continu

    Zuiglans, continu Zuiglans, continu 5.1 Technische gegevens, zuiglans De zuiglans met continue niveaumeting is geconfigureerd voor een continue niveaumeting in standaard-jerrycans van 30 l en de gamma/ XL. Deze functioneert zeer goed bij doseermedia met een hoog water‐ gehalte. De diëlektrische constante moet hoog zijn. Slangaansluiting Bestelnr.
  • Pagina 92: Kalibreren

    PP GF30 Afdichting 5.2 Kalibreren De zuiglans met continue niveaumeting van ProMinent kan het vul‐ niveau in een jerrycan van 30 l meten met een nauwkeurigheid van 5%. Het vulniveau wordt aangegeven door de betreffende neven‐ weergave van de gamma/ XL, resp. het vulniveau kan via bus aan de controlekamer worden gemeld.
  • Pagina 93: Configureren

    Zuiglans, continu 5.3 Configureren „Configureren” moeten de waarschuwingsdrem‐ In het submenu pels worden ingevoerd voor de continue niveaumeting evenals de gewenste eenheid. „Waarschuwingsdrempel niveau” in % invoeren en op de [draaiknop] drukken. „foutdrempelniveau” in % invoeren en op de [draaiknop] drukken.
  • Pagina 96 ProMinent GmbH Im Schuhmachergewann 5-11 69123 Heidelberg Duitsland Telefoon: +49 6221 842-0 Telefax: +49 6221 842-419 E-mail: info@prominent.com Internet: www.prominent.com 981601, 1, nl_NL © 2019...

Inhoudsopgave