Inhoudsopgave
Advertenties
2.5.1 "Modbus RTU"-berichtenformat
Parameters
Standaard
Aantal databits per teken
Datasnelheid (Baud)
Foutcontrole
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU
De doseerpomp gamma/ XL, GXLa gedraagt zich als slave (Device
1).
Zo wordt de communicatie van de doseerpomp gamma/ XL, GXLa
(Device 1) met externe masters (Device 0) mogelijk, bijv. een PLC.
Het Modbus-protocol is een communicatieprotocol, waardoor
apparaten via een gemeenschappelijke verbinding data kunnen
gebruiken, als de apparaten via de "Modbus RTU" Modbus Appli‐
cation Protocol Specification V1.1b3 met elkaar communiceren.
In de "Modbus RTU"-specificatie worden de "Data-Link Layer" en
de fysieke layers beschreven.
In de berichtenstructuur van de functiecode wordt gebruik gemaakt
van de "Modbus RTU"-standaard.
Hierin worden de 32-bits IEEE getallen met een zwevende komma
en gehele getallen gebruikt.
Voorinstellingen
De doseerpomp gamma/ XL, GXLa wordt geheel
ingesteld geleverd aan de klant, met "Busadres 20"
en een baudrate van 19200 Baud.
Het slave-adres en de baudrate kunt u voor de
doseerpomp gamma/ X, GMXa via het menu
„Instellingen è Modbus RTU" wijzigen (hiervoor
de modbus eerst naar „Inactief" schakelen).
De implementatie van de Modbus-interface gebeurt op basis van
de volgende normen:
www.modbus.org/docs/Modbus_over_serial_line_V1_02.pdf
n
Meer informatie over modbus kunt u vinden op
websites van de Modbus-organisatie in uw land - indien beschik‐
baar.
Waarde
RS-485
11 bits:
1 startbit
8 databits
1 pariteitsbit - "even"
1 stopbit
Voorinstelling: 19200
(9600, 19200, 38400)
CRC-16 (cyclic redundancy check); Polynoom =
0x0A001 (1010000000000001
www.modbus.org of
29
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
